NB!:
Een actief HAND-UIT-AUTO-signaal via
de digitale ingangen heeft een hogere
prioriteit dan de bedieningstoetsen [HAND
START]-[AUTO START].
[RESET] wordt gebruikt voor het
resetten van de frequentie-omvormer
na een alarm (trip). Kan worden
geselecteerd als Actief [1] of Niet actief
[0] via parameter 015 Reset op LCP.
Zie ook het Overzicht van
waarschuwingen en alarmen.
Displaymodus
Bij normaal bedrijf kunnen constant 4 verschillende
bedieningsvariabelen worden weergegeven: 1.1, 1.2,
1.3 en 2. De huidige bedieningsstatus of alarmsignalen
en waarschuwingen die zijn opgetreden, worden
getoond in regel 2 in de vorm van een nummer. In
geval van een alarm wordt het betreffende alarm
weergegeven in de regels 3 en 4, inclusief een
toelichting. Waarschuwingen knipperen in regel
2 met een toelichting in regel 1. Daarnaast geeft
het display de actieve setup weer.
De pijl geeft de draairichting aan; de
frequentieomvormer heeft in dit geval een actief
omkeersignaal. De pijl verdwijnt als een stopcommando
wordt gegeven of wanneer de uitgangsfrequentie
beneden de 0,01 Hz daalt. De onderste regel geeft
de status van de frequentieomvormer.
De lijst op de volgende pagina geeft een overzicht
van de mogelijke bedieningsgegevens voor variabele
2 in de displaymodus. Wijzigingen worden
aangebracht met de toetsen [+/-].
1e regel
VAR 1.1 VAR 1.2 VAR 1.3
VAR 2
2e regel
3e regel
STATUS
4e regel
Displaymode, vervolg.
In de eerste regel kunnen drie bedieningsvariabelen
worden weergegeven, terwijl in de tweede displayregel
een variabele wordt weergegeven. Deze dienen
geprogrammeerd te worden via parameters 007,
008, 009 en 010 Uitlezing .
88
•
Statusregel (4de regel):
Het linkerdeel van de statusregel toont het actieve
besturingselement van de frequentie-omvormer.
AUTO betekent dat de besturing loopt via de
stuurklemmen, terwijl HAND duidt op besturing via
de lokale toetsen op het bedieningspaneel.
UIT betekent dat de frequentie-omvormer
alle besturingscommando's negeert en de
motor uitschakelt.
Het midden van de statusregel toont het actieve
referentie-element. EXTERN betekent dat de referentie
van de stuurklemmen actief is, terwijl LOCAAL
aanduidt dat de referentie wordt bepaald via de
[+/-] toetsen op het bedieningspaneel.
Het laatste deel van statusregel geeft de huidige status
weer, bijvoorbeeld "Bedrijf ", "Stop" of "Alarm".
Displaymodus I
De VLT 8000 AQUA kent verschillende displaymodi
afhankelijk van de geselecteerde modus van
de frequentieomvormer.
De volgende afbeelding toont een displaymodus,
waarin de frequentieomvormer in de automatische
SETUP
1
stand staat met extern gestuurde referentie bij
een uitgangsfrequentie van 40 Hz.
In deze displaymodus worden referentie en besturing
geregeld via de stuurklemmen.
De tekst in regel 1 geeft de bedrijfsvariabele
die getoond wordt in regel 2.
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
8000 AQUA
80,0% 5,08A 2,15kW
40.0Hz
SETUP
1
AUTO REMOTE RUNNING
HAND LOKAAL STOP
UIT
LOCAL
STOPRAMPING
HAND
JOGGING
.
.
.
.
STAND BY
FREQUENTIE
40.0Hz
SETUP
1
AUTO EXT. IN BEDR.