één uiteinde van de afscherming te aarden via een
condensator van 100 nF (korte pinlengte).
Elektrische installatie, stuurkabels
Koppel: 0,5 Nm/5 in-lbs
Schroefmaat: M3
Zie Aarding van afgeschermde/gewapende stuurkabels
voor de correcte aarding van de stuurkabels.
Nr.
Functie
04, 05
Relaisuitgang 2 kan worden gebruikt
voor het weergeven van de status
en de waarschuwingen.
12, 13
Voeding naar digitale ingangen.
Om de 24 V DC voor de digitale
ingangen te kunnen gebruiken,
moet schakelaar 4 op de stuurkaart
gesloten zijn (positie ON).
16-33
Digitale ingangen. Zie parameters
300 - 307 Digitale ingangen.
20
Gemeenschappelijk voor digitale
ingangen.
39
Gemeenschappelijk voor
analoge/digitale uitgangen. Zie
Voorbeelden van aansluitingen.
42, 45
Analoge/digitale uitgangen voor
aanduiding van frequentie, referentie,
stroom en koppel. Zie parameters
319 - 322 Analoge/digitale
uitgangen.
50
Voedingsspanning naar
potentiometer en thermistor 10
V DC.
53, 54
Analoge spanningsingang, 0 - 10 V
DC.
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
8000 AQUA
55
Gemeenschappelijk voor analoge
ingangen
60
Analoge stroomingang 0/4-20 mA.
Zie parameters 314 - 316 Klem 60.
61
Afsluiting voor seriële
communicatie. Zie Aarding
van afgeschermde/gewapende
stuurkabels.
Deze klem dient normaal gesproken
niet te worden gebruikt.
68, 69
RS 485-interface, seriële
communicatie. Wanneer
meerdere frequentieomvormers
op een communicatiebus worden
aangesloten, moeten de schakelaars
2 en 3 op de stuurkaart op de eerste
en de laatste eenheid gesloten
zijn (positie ON). Op de overige
frequentieomvormers moeten de
schakelaars 2 en 3 open zijn (OFF).
De fabrieksinstelling is gesloten
(positie ON).
Schakelaars 1-4
De dipschakelaar bevindt zich op de stuurkaart.
Deze wordt gebruikt voor seriële communicatie
en externe DC-voeding.
De getoonde schakelpositie komt overeen
met de fabrieksinstelling.
Schakelaar 1 heeft geen functie.
Schakelaars 2 en 3 worden gebruikt voor eindschakeling
van een RS485-interface, seriële communicatie. In
de eerste en laatste frequentieomvormer, moeten
de schakelaars 2 en 3 in de stand AAN staan.
Bij de overige frequentieomvormers moeten de
schakelaars 2 en 3 op UIT staan.
Schakelaar 4 wordt gebruikt indien een externe
24 V DC-voeding is vereist voor de stuurklemmen.
Schakelaar 4 wordt gebruikt om het gemeenschappelijk
potentieel voor de interne 24 V DC-voeding te
scheiden van het gemeenschappelijk potentieel
van de externe 24 V DC-voeding.
NB!:
Wanneer schakelaar 4 in de stand "UIT" staat,
is de externe 24 V DC-voeding galvanisch
geïsoleerd van de frequentieomvormer.
81