NB!:
Als Sommeren of Relatief is geselecteerd, is
altijd een van de interne referenties actief. Als
de interne referenties geen invloed mogen
hebben, dienen ze op 0% (fabrieksinstelling) te worden
gesteld via de seriële communicatiepoort.
211 Interne referentie 1
(INTERNE REF. 1)
212 Interne referentie 2
(INTERNE REF. 2)
213 Interne referentie 3
(INTERNE REF. 3)
214 Interne referentie 4
(INTERNE REF. 4)
Waarde:
-100.00 % - +100.00 %
van het referentiebereik/de externe referentie
Functie:
Er kunnen vier verschillende referenties worden
geprogrammeerd in de parameters 211-214 Interne
referentie. De interne referentie wordt ingegeven
als een percentage van het referentiebereik (Ref
- Ref
) of als een percentage van de andere
MAX
externe referenties, afhankelijk van de in parameter
210 Referentiefunctie gemaakte keuze.
De keuze tussen de interne referenties vindt
plaats door het activeren van klem 16, 17, 29,
32 of 33, zie onderstaande tabel.
Klem 17/29/33
Klem 16/29/32
intern ref. msb
interne ref. lsb
0
0
0
1
1
0
1
1
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste interne referentie(s) in die
moet(en) kunnen worden gekozen.
215 Stroombegrenzing, I
(STROOMBEGRENZING)
Waarde:
0,1 - 1,1 x I
VLT,N
Functie:
Hier wordt de maximale uitgangsstroom I
De fabrieksinstelling is gelijk aan de nominale
uitgangsstroom. Indien de stroombegrenzing
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
116
0.00%
MIN
Interne ref. 1
Interne ref. 2
Interne ref. 3
Interne ref. 4
LIM
1,0 x I
[A]
VLT,N
ingesteld.
LIM
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
8000 AQUA
wordt gebruikt als motorbeveiliging, moet de
nominale motorstroom worden ingesteld. Als de
stroombegrenzing wordt ingesteld binnen het bereik
1,0-1,1 x I
(de nominale uitgangsstroom van de
VLT,N
frequentieomvormer), kan de frequentieomvormer
een belasting alleen tussentijds afhandelen, dat
wil zeggen steeds slechts gedurende een korte
periode. Als een belasting hoger is geweest dan
I
, moet ervoor worden gezorgd dat de belasting
VLT,N
enige tijd beneden I
blijft.
VLT,N
Houd er rekening mee dat het versnellingskoppel
aanzienlijk wordt gereduceerd als de stroombegrenzing
wordt ingesteld op een waarde lager dan I
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste maximale uitgangsstroom I
216 Frequentie-bypass, bandbreedte
(FREQ BYPASS B.B)
Waarde:
0 (UIT) - 100 Hz
Functie:
Bij sommige systemen dienen bepaalde
uitgangsfrequenties te worden vermeden, om
problemen met resonantie in het systeem te
voorkomen. Deze uitgangsfrequenties kunnen
worden geprogrammeerd in de parameters 217-220
Frequentie-bypass. In deze parameter (216
Frequentie-bypass, bandbreedte) kan een bandbreedte
rond al deze frequenties worden gedefinieerd.
Beschrijving van de keuze:
De bandbreedte van de bypass is gelijk aan
de geprogrammeerde bandbreedtefrequentie.
Deze bandbreedte is gecentreerd rond elke
bypass-frequentie.
.
VLT,N
in.
LIM
Niet actief