Inhoudsopgave
Advertenties
daalt, verschijnt op het display de knipperende
melding FREQUENCY LOW.
De waarschuwingsfuncties in de parameters 221-228
zijn niet actief gedurende de aanloop na een
startcommando, de uitloop na een stopcommando
of tijdens stilstand. De waarschuwingsfuncties
worden geactiveerd als de uitgangsfrequentie de
resulterende referentie heeft bereikt.
De signaaluitgangen kunnen zo worden
geprogrammeerd dat ze een waarschuwingssignaal
genereren via klem 42 of 45 en via de relaisuitgangen.
Beschrijving van de keuze:
De onderste signaalbegrenzing van de motorfrequentie
f
moet binnen het normale werkbereik van de
LOW
frequentieomvormer worden geprogrammeerd. Zie
de tekening bij parameter 221 Waarschuwing:
Lage stroom, I
.
LOW
224 Waarschuwing: Hoge frequentie, f
(WAARSCH. H-FREQ.)
Waarde:
Par. 200 Uitgangsfrequentiebereik = 0-120 Hz [0].
parameter 223 - 120 Hz
Functie:
Als de uitgangsfrequentie tot boven de in
deze parameter geprogrammeerde limiet f
stijgt, verschijnt op het display de knipperende
melding MAX. UITG. FREQ.
De waarschuwingsfuncties in de parameters 221-228
zijn niet actief gedurende de aanloop na een
startcommando, de uitloop na een stopcommando
of tijdens stilstand. De waarschuwingsfuncties
worden geactiveerd als de uitgangsfrequentie
de geselecteerde referentie heeft bereikt. De
signaaluitgangen kunnen zo worden geprogrammeerd
dat ze een waarschuwingssignaal genereren via
klem 42 of 45 en via de relaisuitgangen.
Beschrijving van de keuze:
De bovenste signaalbegrenzing van de motorfrequentie
f
moet binnen het normale werkbereik van de
HIGH
frequentieomvormer worden geprogrammeerd. Zie
afbeelding bij parameter 221 Waarschuwing:
Lage stroom, I
.
LOW
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
118
225 Waarschuwing: Lage referentie, REF
(WAARSCH. L-REF.)
Waarde:
-999,999.999 - REF
Functie:
Wanneer de externe referentie onder de in deze
parameter geprogrammeerde limiet Ref
ligt, verschijnt in het display de knipperende
melding REFERENCE LOW.
De waarschuwingsfuncties in de parameters 221-228
zijn niet actief gedurende de aanloop na een
startcommando, de uitloop na een stopcommando
of tijdens stilstand. De waarschuwingsfuncties
worden geactiveerd als de uitgangsfrequentie de
resulterende referentie heeft bereikt.
De signaaluitgangen kunnen zo worden
geprogrammeerd dat ze een waarschuwingssignaal
genereren via klem 42 of 45 en via de relaisuitgangen.
HIGH
De referentielimieten van parameter 226 Waarschuwing:
Hoge referentie, Ref
Waarschuwing: Lage referentie, Ref
actief als externe referentie is geselecteerd.
In Open loop mode(zonder terugkoppeling) is de
120,0 Hz
eenheid van referentie Hz, terwijl in Closed loop (met
terugkoppeling) de eenheid wordt geprogrammeerd
in parameter 415 Proceseenheden .
HIGH
Beschrijving van de keuze:
De onderste signaalbegrenzing van de referentie
Ref
moet binnen het normale werkbereik van de
LOW
frequentieomvormer worden geprogrammeerd, op
voorwaarde dat parameter 100 Keuze regelsysteem
is ingesteld op Zonder terugkoppeling [0]. In Met
terugkoppeling [1] (parameter 100) moet Ref
binnen het referentiebereik zoals geprogrammeerd
in de parameters 204 en 205.
226 Waarschuwing: Hoge referentie , REF
(WAARSCH. H- REF.)
Waarde:
REF
Low
Functie:
Als de totale referentie onder de in deze parameter
geprogrammeerde limiet Ref
display de knipperende melding WAARSCH. H- REF.
De waarschuwingsfuncties in de parameters 221-228
zijn niet actief gedurende de aanloop na een
startcommando, de uitloop na een stopcommando
of tijdens stilstand. De waarschuwingsfuncties
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
8000 AQUA
(par.226)
HIGH
en parameter 225
HIGH
LOW
(par. 225) - 999.999.999
ligt, verschijnt in het
HIGH
LOW
-999,999.999
LOW
LOW
zijn alleen
liggen
LOW
M
HIGH
999,999.999
Advertenties
Inhoudsopgave
