Inhoudsopgave
Advertenties
ca. 10 minuten voor kleine motoren, afhankelijk
van het uitgangsvermogen van de gebruikte
motor (de benodigde tijd voor een 7,5 HP motor
is bijvoorbeeld ca. 4 minuten).
- Bij fouten tijdens de motoraanpassing worden
alarmen en waarschuwingen weergegeven
in het display.
- AMA kan alleen worden uitgevoerd als de
nominale motorstroom van de motor minimaal
35% van de nominale uitgangsstroom van de
frequentieomvormer bedraagt.
NB!:
Sommige motoren (bijvoorbeeld motoren met
6 of meer polen) kunnen geen Automatische
Aanpassing uitvoeren. Beperkte AMA of
het gebruik van de parameters 123 en 124 is
in dergelijke gevallen een doeltreffende methode
omdat deze procedure de stator van de motor
en de effecten van de kabellengte meet. Er
kunnen geen meerdere motortoepassingen gebruik
maken van enige vorm van AMA.
Beschrijving van de keuze:
Selecteer Automatische aanpassing [1] als de
frequentieomvormer een volledige automatische
motoraanpassing moet uitvoeren. Selecteer
Beperkte AMA [2] als er een LC-filter is geplaatst
tussen de frequentieomvormer en de motor, of
voor zes- of meerpolige motoren.
Procedure voor automatische motoraanpassing:
1. Stel de motorparameters in volgens de gegevens
op het typeplaatje van de motor zoals beschreven
in de parameters 102-106 Gegevens typeplaatje.
2. Sluit 24 V DC (mogelijk van klem 12) aan op
klem 27 op de stuurkaart.
3. Selecteer Automatische aanpassing [1] of
Beperkte AMA [2] in parameter 107 Automatische
Motor Aanpassing, AMA.
4. Start de frequentieomvormer of sluit klem 18 (start)
aan op 24 V DC (mogelijk van klem 12).
Als de Automatische Motor Aanpassing
moet worden onderbroken:
1. Druk op de [UIT/STOP]-toets.
Na een normale procedure vermeldt het
display: AMA STOP
1. De frequentieomvormer is nu klaar voor gebruik.
NB!:
De [RESET]-toets moet worden ingedrukt nadat
AMA is voltooid om de resultaten te kunnen
opslaan in het geheugen van de aandrijfeenheid.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
104
VLT
Als er zich een fout heeft voorgedaan, vermeldt
het display: ALARM 22
1. Ga na wat de mogelijke oorzaak van de fout kan
zijn op basis van de alarmmelding. Zie de Lijst
met waarschuwingen en alarmen.
2. Druk op de [Reset]-toets om de fout op te heffen.
Als er een waarschuwing wordt gegeven, vermeldt
het display: WAARSCHUWING 39-42
1. Ga na wat de mogelijke oorzaak van de fout kan
zijn op basis van de waarschuwing. Zie de Lijst
met waarschuwingen en alarmen.
2. Druk op de toets [DATAVERANDERING] en
selecteer "Doorgaan" als AMA moet worden
voortgezet ondanks de waarschuwing of druk op
[UIT/STOP] om AMA te onderbreken.
108 Startspanning variabel koppel
(STARTSPANNING)
Waarde:
0,0 - parameter 103 Motorspanning, U
is afhankelijk van par. 103 Motorspanning, U
Functie:
Deze parameter geeft de startspanning van de variabel
koppel-karakteristieken bij 0 Hz. Deze parameter wordt
ook gebruikt voor parallel aangesloten motoren.
De startspanning vertegenwoordigt een extra spanning
naar de motor. Door de startspanning te verhogen,
ontvangen de motoren een hoger startkoppel. Dit
wordt met name gebruikt voor kleinere motoren (< 4,0
kW/5 HP) die parallel zijn aangesloten, omdat deze
een hogere statorweerstand hebben dan motoren
boven 5,5 kW/7,5 HP. Deze functie is alleen actief
als Variabel koppel [1], [2] of [3] is geselecteerd in
parameter 101 Koppelkarakteristieken.
Beschrijving van de keuze:
Stel de startspanning in op 0 Hz. De maximumspanning
hangt af van parameter 103 Motorspanning, U
109 Resonantiedemping
(RESONANCE DAMP.)
Waarde:
0 - 500 %
Functie:
Problemen m.b.t. hoogfrequentie-resonantie tussen
de frequentieomvormer en de motor kunnen worden
verholpen door de resonantiedemping af te stellen.
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
8000 AQUA
M,N
M,N
100 %
M,N
.
Advertenties
Inhoudsopgave
