Inhoudsopgave
Advertenties
217 Frequentie-bypass 1
(BYPASS FREQ. 1)
218 Frequentie-bypass 2
(BYPASS FREQ. 2)
219 Frequentie-bypass 3
(BYPASS FREQ. 3)
220 Frequentie-bypass 4
(BYPASS FREQ. 4)
Waarde:
0 - 120 HZ
Functie:
Bij sommige systemen dienen bepaalde
uitgangsfrequenties te worden vermeden, om
problemen met resonantie in het systeem te voorkomen.
Beschrijving van de keuze:
Voer de te vermijden frequenties in.
Zie ook parameter 216 Frequency-bypass,
bandbreedte.
221 Waarschuwing: Lage stroom, I
(WAARS. L-STROOM)
Waarde:
0.0 - par. 222 Waarschuwing: Hoge stroom, I
Functie:
Wanneer de motorstroom onder de in deze parameter
geprogrammeerde limiet I
LOW
display de knipperende melding LAGE STROOM, op
voorwaarde dat Waarschuwing [1] is geselecteerd
in parameter 409 Functie min.mA signaal. De
frequentieomvormer schakelt uit als parameter 409
Functie min. stroom is ingesteld op Trip [0].
De waarschuwingsfuncties in de parameters 221-
228 zijn niet actief gedurende de aanloop na een
startcommando, de uitloop na een stopcommando of
tijdens stilstand. De waarschuwingsfuncties worden
geactiveerd als de uitgangsfrequentie de resulterende
referentie heeft bereikt. De signaaluitgangen
kunnen zo worden geprogrammeerd dat ze een
waarschuwingssignaal genereren via klem 42 of
45 en via de relaisuitgangen.
Beschrijving van de keuze:
De onderste signaallimiet I
normale werkbereik van de frequentieomvormer
worden geprogrammeerd.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
120,0 Hz
LOW
,
HIGH
0.0A
daalt, verschijnt op het
moet binnen het
LOW
®
VLT
8000 AQUA
222 Waarschuwing: Hoge stroom, I
(WAARS. H-STROOM)
Waarde:
Parameter 221 - I
VLT,MAX
Functie:
Als de motorstroom tot boven de in deze parameter
gestelde limiet I
HIGH stijgt, verschijnt op het
HIGH
display de knipperende melding CURRENT HIGH.
De waarschuwingsfuncties in de parameters 221-
228 zijn niet actief gedurende de aanloop na een
start-commando, de uitloop na een stopcommando
of tijdens stilstand. De waarschuwingsfuncties
worden geactiveerd als de uitgangsfrequentie de
resulterende referentie heeft bereikt.
De signaaluitgangen kunnen zo worden
geprogrammeerd dat ze een waarschuwingssignaal
genereren via klem 42 of 45 en via de relaisuitgangen.
Beschrijving van de keuze:
De bovenste signaalbegrenzing van de motorfrequentie
f
HIGH moet binnen het normale werkbereik van
HIGH
de frequentieomvormer worden geprogrammeerd. Zie
de tekening bij parameter 221 Waarschuwing:
Lage stroom, I
.
LOW
223 Waarschuwing: Lage frequentie, f
(WAARSCH. L-FREQ.)
Waarde:
0.0 - parameter 224
Functie:
Als de uitgangsfrequentie tot beneden de in
deze parameter geprogrammeerde limiet f
HIGH
I
VLT,MAX
LOW
0.0 Hz
LOW
117
Advertenties
Inhoudsopgave
