Inhoudsopgave
Advertenties
2. Adresformaat 1-126
De byte voor het 1-126 adresbereik heeft
het volgende profiel:
Bit 7 = 1 (adresformaat 1-126 actief)
Bit 0-6 = Frequentie-omvormer adres 1-126
Bit 0-6 = 0 Broadcast
De slave stuurt de adresbyte terug naar de master in
een antwoordtelegram in ongewijzigde vorm.
Voorbeeld:
Er wordt een telegram gestuurd naar
frequentieomvormer adres 22, waarbij adresformaat
1-31 wordt gebruikt.
Datastuurbyte (BCC)
De datastuurbyte kan het beste worden uitgelegd
aan de hand van een voorbeeld: voordat de
eerste byte van het telegram is ontvangen, is de
berekende controlesom (BCS) 0.
Nadat de eerste byte (02H) is ontvangen:
BCS = BCC EXOR "eerste byte"
(EXOR = exclusief of poort)
BCS
= 0 0 0 0 0 0 0 0 (00H)
EXOR
"eerste byte" =
0 0 0 0 0 0 1 0 (02H)
BCC
= 0 0 0 0 0 0 1 0
Elke aanvullende, volgende byte wordt gecombineerd
("gated") met BCS EXOR en resulteert in een
nieuwe BCC, zoals:
BCS
= 0 0 0 0 0 0 1 0 (02H)
EXOR
"tweede byte"" =
1 1 0 1 0 1 1 0 (D6H)
BCC
= 1 1 0 1 0 1 0 0
MG.80.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
8000 AQUA
Datateken (byte)
De opbouw van datablokken is afhankelijk van
het telegramtype. Er zijn drie telegramtypes
en het telegramtype heeft betrekking op zowel
het stuurtelegram (master
antwoordtelegram (slave
telegramtypes zijn:
1. Parameterblok, gebruikt voor het overdragen
van parameters tussen master en slave.
Het datablok heeft 12 bytes (6 woorden) en
bevat ook het procesblok.
2. Procesblok, opgebouwd als datablok met vier bytes
(2 woorden), die het volgende omvatten:
- stuurwoord en referentiewaarde (van
master naar slave)
- statuswoord en actuele uitgangsfrequentie
(van slave naar master).
3. Tekstblok, gebruikt voor het lezen of schrijven
van tekst via het datablok.
slave) als het
master). De drie
159
Advertenties
Inhoudsopgave
