5.1.4 Naleven van milieubeschermingsvoorschriften
Bij alle werkzaamheden aan en met de machine moeten de op de plaats van gebruik geldende milieubescher-
mingsvoorschriften, verplichtingen en wetten inzake afvalpreventie en correcte recycling en/of verwijdering
worden nageleefd. Dit geldt met name voor installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden met stoffen
die het grondwater kunnen verontreinigen (b.v. oliën, koel- en smeermiddelen, hydraulische oliën en schoon-
maakmiddelen en -vloeistoffen op basis van oplosmiddelen). In geen geval mogen deze in de grond sijpelen of in
de riolering terechtkomen.
Bewaar en vervoer de bovengenoemde gevaarlijke stoffen alleen in geschikte contai-
ners. Voorkom lekkage van gevaarlijke stoffen met geschikte opvangbakken. Laat bo-
vengenoemde stoffen afvoeren door een gekwalificeerd afvalverwerkingsbedrijf.
5.1.5 Organisatorische maatregelen
Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd binnen handbereik op de plaats waar de machine wordt gebruikt.
Naast de gebruiksaanwijzing de algemeen geldende wettelijke en andere bindende voorschriften ter voor-
koming van ongevallen en ter bescherming van het milieu in acht nemen en opvolgen.
de bedieningsinstructies aan te vullen met instructies, met inbegrip van toezichts- en rapportagetaken, om
rekening te houden met bijzondere operationele kenmerken, bijvoorbeeld met betrekking tot de organisa-
tie van het werk, de werkprocessen en het ingezette personeel.
Alvorens met de werkzaamheden aan de machine te beginnen, moet het met de werkzaamheden belaste
personeel de bedieningshandleiding hebben gelezen, met name het hoofdstuk 5 "Veiligheid", voor het
werk begint. Tijdens het werk is het te laat. Dit geldt in het bijzonder voor personeel dat slechts af en toe
aan de machine werkt, bijvoorbeeld tijdens het instellen of onderhoud.
Controleer of de werkzaamheden op een veiligheidsbewuste en gevaarbewuste manier en met inachtne-
ming van de bedieningsvoorschriften worden uitgevoerd.
Bedieners mogen geen open lang haar, losse kleding of juwelen, waaronder ringen, dragen. Er bestaat ge-
vaar voor verwonding, bijvoorbeeld doordat men wordt gegrepen of naar binnen getrokken.
Neem de veiligheids- en gevarenaanwijzingen op de machine in acht en bewaar ze volledig en in leesbare
toestand.
Bij veiligheidsrelevante veranderingen aan de machine of haar werkingsgedrag, de machine onmiddellijk
buiten bedrijf stellen en de storing melden aan het verantwoordelijke kantoor/de verantwoordelijke per-
soon.
Breng geen wijzigingen of verbouwingen aan de machine aan die de veiligheid kunnen beïnvloeden zonder
toestemming van de fabrikant! Dit geldt ook voor het installeren en afstellen van veiligheidsinrichtingen en
kleppen, en voor laswerkzaamheden aan dragende delen.
Reserveonderdelen moeten voldoen aan de technische voorschriften van de fabrikant. Dit is altijd het geval
met originele onderdelen.
Let op het brandalarm en de brandbestrijdingsmogelijkheden. Maak de plaats en de werking van brandblus-
apparaten (brandklasse ABC) bekend. Gebruik geen water!
5.1.6 Selectie en kwalificatie van personeel - basistaken
Het ontwerp en de bediening van de machine is bedoeld voor rechtshandigen.
Werkzaamheden aan en met de vlakschaaf mogen alleen worden uitgevoerd door betrouwbaar personeel.
Hou je aan de wettelijke minimumleeftijd!
Alleen geschoold of geïnstrueerd personeel inzetten, verantwoordelijkheden van personeel voor bedienen,
instellen, onderhouden, repareren duidelijk vastleggen!
Zorg ervoor dat alleen bevoegd personeel aan de machine werkt!
Laat alleen personeel dat is opgeleid, geïnstrueerd of een algemene opleiding volgt, aan de machine werken
onder voortdurend toezicht van een ervaren persoon.
Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting van de machine mogen alleen worden uitgevoerd door een
erkend elektricien of door geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een erkend elektricien,
overeenkomstig de elektrotechnische voorschriften.
BA_PH_335-20_NL_05-23.docx
19