6 - BESTURINGSSYSTEEM BEDIENING
elektrische verwarmingselementen worden ingeschakeld. De
ontdooicyclus duurt tot het einde van de ontdooitemperatuur is bereikt.
6.16 - Master/slave-combinatie
Met het regelsysteem is het mogelijk twee eenheden master/slave aan
te sturen indien ze zijn gekoppeld via het CCN netwerk. De master
eenheid kan lokaal, op afstand of door netwerk Opdrachten (CCN)
geregeld worden, terwijl de slave eenheid in Netwerk bedrijf (CCN) blijft.
Alle regelopdrachten aan de master/slave-opstelling (start/stop,
setpointselectie, verwarmen/koelen, afschakeling, enz.) worden
afgehandeld door het apparaat dat als master is geconfigureerd. De
opdrachten worden automatisch naar de slave-eenheid verzonden.
Als de masterkoelmachine is uitgeschakeld, terwijl de master/slave-
functie actief is, wordt de slave-koelmachine gestopt. Onder bepaalde
omstandigheden kan de slave-eenheid eerst worden gestart om het
aantal draaiuren van de eenheden in evenwicht te houden.
In geval van een communicatiestoring tussen de twee eenheden keert
elke eenheid terug naar een autonoom bedrijfstype tot het defect is
hersteld. Als de master-eenheid wordt gestopt vanwege een alarm,
heeft de slave-eenheid toestemming om te starten.
BELANGRIJK: de master/slave-opstelling mag alleen worden
geconfigureerd door de Carrier-service.
6.17 - Brijnopties (optie 5, optie 6)
30RB_R/30RQ_R-eenheden bieden een aantal verschillende typen
koelvloeistoffen, inclusief standaard water en de optionele brijnvloeistof,
bijv. medium brijn (optie 5) of lage brijn (optie 6). De brijnoptie wordt
normaal gesproken gebruikt voor lagetemperatuurtoepassingen.
Brijnoptie
30RB_R
optie 5
optie 6
40-160 kW
OPMERKING: voor de brijnoptie is een Software Activation Key
nodig (zie paragraaf 6.21).
6.18 - BACnet optie (optie 149)
Het BACnet/IP-communicatieprotocol wordt gebruikt door een GBS
of programmeerbare regelaars om met de regelaar te communiceren.
OPMERKING: voor de BACnet-optie is een Software Activation
Key nodig (zie paragraaf 6.21).
6.19 - Modbus (optie 149B)
Het Modbus-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met
het SmartVu
-regelsysteem te communiceren.
TM
OPMERKING: voor de Modbus-optie is een Software Activation
Key nodig (zie paragraaf 6.21).
6.20 - Geoptimaliseerde verwarming (optie 119D)
De geoptimaliseerde verwarmingsoptie wordt gebruikt om de
prestaties van de warmtepomp in de verwarmingsmodus te verbeteren
en een hogere uittredetemperatuur van het water te bereiken.
Warmtepompen met optie 119D hebben warmtewisselaars in
tegenstroomopstelling die in de tegenovergestelde richting van elkaar
stromen ("tegenstroom"). Het rendement en de maximale hoeveelheid
warmte die kan worden verkregen met een tegenstroom is groter dan
bij vloeistoffen die in dezelfde richting stromen onder vergelijkbare
voorwaarden.
Tegenstroom
De optie "Optimale verwarming" kan alleen worden gebruikt voor
zoetwatertoepassingen (optie 119D is niet compatibel met
brijntoepassingen).
44
30RQ_R
-
40-45 kW
50-80 kW
140-160 kW
6.21 - Software Activation Key(s)
30RB_R/30RQ_R-eenheden met SmartVu
opties waarvoor Software Activation Keys nodig zijn:
Vloeistoftype koeler:
■
- Medium brijn (optie 5)
- Lage brijn (optie 6)
BACnet
■
communicatie (optie 149)
Modbus
■
-communicatie (optie 149B)
Deze softwarebeveiligde opties kunnen af fabriek worden geïnstalleerd
of ter plaatse worden geïnstalleerd door een servicetechnicus of de
klant.
Voor elke optie is een afzonderlijke software activation key
nodig.
Neem voor het verkrijgen van de Software Activation Key contact op
met uw lokale Carrier Service vertegenwoordiging.
6.21.1 - Softwareopties
De lijst met beschikbare Software Activation Keys kan gecontroleerd
worden via het Hoofdmenu.
Beschikbare softwareopties controleren
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer
Software Options
Het menu is toegankelijk als u ingelogd bent op het
gebruikerstoegangsniveau.
• Als de status van de optie ingesteld is op "ja", betekent dit dat
de Software Activation Key voor deze optie geïnstalleerd is.
BELANGRIJK: wanneer de regelaar wordt vervangen, moet de
NIEUWE Software Activation Key(s) gebaseerd op het nieuwe MAC-
adres opnieuw worden geïnstalleerd (zie ook paragraaf 6.21.2).
6.21.2 - Vervangingsmodus
Wanneer de regelaar wordt vervangen door een nieuwe, gaat het
systeem over in de vervangingsmodus hetgeentot 7 dagen kan duren,
beginnend bij de eerste keer starten van de compressor.
■ Wanneer de regelaar wordt vervangen, moeten NIEUWE Software
Activation Key(s) worden geïnstalleerd.
■ Neem direct op met de Carrier-vertegenwoordiging om NIEUWE
Software Activation Key(s) aan te vragen.
In de vervangingsmodus:
■ De softwareopties zijn voor een beperkte tijdsperiode geactiveerd
(7 dagen vanaf het moment dat de compressor voor het eerst wordt
gestart). Alleen opties die vooraf op de eenheid zijn geïnstalleerd,
zijn in de vervangingsmodus actief!
■ De lijst met beschikbare software-opties kan gecontroleerd worden
via het Hoofdmenu (OPT_STA – Softwareopties).
■ Alarm 10122 wordt geactiveerd. Wanneer de NIEUWE Software
Activation Key niet gedurende de vervangingsmodus wordt
geïnstalleerd, zal het alarm automatisch resetten en zullen
software-opties worden geblokkeerd.
De vervangingsmodus wordt beëindigd wanneer de Software
Activation Key geïnstalleerd is of als de periode van 7 dagen
verstreken is (7 dagen vanaf de eerste compressorstart).
bieden bepaalde extra
TM
(Softwareopties) (OPT_STA).