1 - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1.1 - Veiligheidsrichtlijnen
De installatie, het opstarten en het onderhoud van apparatuur kan
gevaarlijk zijn als bepaalde factoren betreffende de installatie niet
in acht worden genomen: de bedrijfsdruk, aanwezigheid van
elektrische onderdelen en spanningen, en de installatielocatie
(verhoogde vloeren en opgebouwde constructies).
A l l e e n g o e d g e k w a l i f i c e e r d e i n s t a l l a t i e m o n t e u r s e n
hooggekwalificeerde installateurs en technici die volledig zijn
getraind voor het product, mogen deze apparatuur installeren en
veilig opstarten.
Tijdens alle onderhoudswerkzaamheden moeten alle instructies
en aanbevelingen in de installatie- en onderhoudshandleiding voor
het product, op tags en stickers die op de apparatuur en onderdelen
zijn bevestigd en op andere, afzonderlijk geleverde onderdelen
worden gelezen, begrepen en opgevolgd.
Het niet opvolgen van de door de fabrikant gegeven instructies
kan resulteren in letsel of schade aan het product.
■ Neem alle gebruikelijke veiligheidsvoorschriften
en -maatregelen in acht.
■ Draag een veiligheidsbril en werkhandschoenen.
■ Gebruik het juiste gereedschap om zware voorwerpen te
verplaatsen.
■ Verplaats eenheden voorzichtig en zet ze zachtjes neer.
1.2 - Veiligheidsmaatregelen
Alleen personeel dat gekwalificeerd is volgens de richtlijnen van
de IEC (IEC = International Electrotechnical Commission) mag
toegang krijgen tot de elektrische componenten.
In het bijzonder moeten alle stroombronnen naar de eenheid
worden uitgeschakeld voordat met de werkzaamheden wordt
begonnen. Schakel de hoofdvoeding uit bij de hoofdschakelaar of
-scheider.
BELANGRIJK: Deze apparatuur voldoet aan alle van
t o e p a s s i n g z i j n d e v o o r s c h r i f t e n b e t r e f f e n d e
elektromagnetische compatibiliteit.
GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE! Zelfs als de hoofdschakelaar
uit is geschakeld, kan er nog steeds spanning staan op
bepaalde circuits omdat deze mogelijk op een afzonderlijke
stroombron zijn aangesloten.
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN! Door elektrische stromen
kunnen onderdelen warm worden. Ga voorzichtig om met
stroomleidingen, elektrische kabels en goten, afdekpanelen
van schakelkasten en motorbehuizingen.
5