5 - BEDIENINGSPANEEL: MENUSTRUCTUUR
OPT_STA – Software-opties
Nr. Naam
Status
1
opt5
nee/ja
2
opt6
nee/ja
3
opt149
nee/ja
4
opt149B
nee/ja
* Afhankelijk van de geselecteerde taal (standaard Engels).
QCK_TST1 – Sneltest 1
Nr. Naam
Status
1
QCK_TEST nee/ja
2
FAN_A
0 tot 8
3
FAN_B
0 tot 8
4
FANSP_A
0 tot 100
5
FANSP_B
0 tot 100
6
EXV_A
0 tot 100
7
EXV_B
0 tot 100
8
Q_CLPMP1 0 tot 2
9
Q_CLPMP2 0 tot 2
10 Q_CDPMP1 0 tot 2
11
Q_CDPMP2 0 tot 2
12 Q_CLVPMP 0 tot 100
13 Q_CDVPMP 0 tot 100
14 Q_3WV
0 tot 100
15 LLS_A
uit/aan
16 LLS_B
uit/aan
17 Q_DRYFAN 0 tot 8
18 Q_DRYVFN 0 tot 100
Eenheid
Weergegeven tekst*
-
Optie 5: Medium Brine
-
Optie 6: Low Brine
-
Optie 149
-
Optie 149B
Standaard Eenheid Weergegeven tekst*
nee
-
Vrijgave sneltest
0
-
Cond ventilator trap A
0
-
Cond ventilator trap B
0
%
Variabel toeren vent A
0
%
Variabel toeren vent B
0
%
EXV positie circuit A
0
%
EXV positie circuit B
0
-
koelerpomp 1 Test
0
-
koelerpomp 2 Test
0
-
Condensor pomp 1 Test
0
-
Condensor pomp 2 Test
0
%
Koeler Var pomp Test
0
%
Condensor Var pomp Test
0
-
Driewegklep Test
Uit
-
Vloeistofmagn klep A
Uit
-
Vloeistofmagn klep B
0
-
Ventilator test
0
%
Variabel vent test
Beschrijving
Parameter ingesteld op "ja" betekent dat de medium
brijn-optie, waarvoor de Software Key nodig is, is geactiveerd
(zie ook paragraaf 6.14)
Parameter ingesteld op "ja" betekent dat de lage brijn-
optie, waarvoor de Software Key nodig is, is geactiveerd
(zie ook paragraaf 6.14)
Parameter ingesteld op "ja" betekent dat de BACnet-optie,
waarvoor de Software Key nodig is, is geactiveerd (zie ook
paragraaf 6.15)
Parameter ingesteld op "ja" betekent dat de Modbus-optie,
waarvoor de Software Key nodig is, is geactiveerd (zie ook
paragraaf 6.16)
Beschrijving
Deze parameter wordt gebruikt om de sneltestfunctie in te schakelen
(sneltest actief = ja)
Met geactiveerde sneltest: forceren van een specifieke parameter
zoals gespecificeerd in deze tabel maakt controle door de gebruiker
van het correct werken van de component mogelijk
Condensorventilatortrappen, circuit A
0 = alle ventilatoren zijn uit
1 tot 8 = gebruikt voor inschakelen ventilatortraprelais
Condensorventilatortrappen, circuit B
0 = alle ventilatoren zijn uit
1 tot 8 = gebruikt voor inschakelen ventilatortraprelais
Gebruikt voor testen van een toerengeregelde ventilator, circuit A
(droge koeler)
Gebruikt voor testen van een toerengeregelde ventilator, circuit B
(droge koeler)
EXV positie, circuit A
100% = EXV volledig open
EXV positie, circuit B
100% = EXV volledig open
Koelerpomp 1 test:
1 = pomp draait gedurende korte tijd
2 = pomp draait constant
(stel waarde in op "0" om de pomptest te stoppen)
Koelerpomp 2 test:
1 = pomp draait gedurende korte tijd
2 = pomp draait constant
(stel waarde in op "0" om de pomptest te stoppen)
Condensorpomp 1 test:
1 = pomp draait gedurende korte tijd
2 = pomp draait constant
(stel waarde in op "0" om de pomptest te stoppen)
Condensorpomp 2 test:
1 = pomp draait gedurende korte tijd
2 = pomp draait constant
(stel waarde in op "0" om de pomptest te stoppen)
Aansturing toerengeregelde pomp (koelerpomp)
Aansturing toerengeregelde pomp (condensorpomp)
Gebruikt voor het testen van het openingsopdracht driewegklep
Test van toepassing op 30WGA eenheden:
LLS opdracht klep opening, circuit A
Test van toepassing op 30WGA eenheden:
LLS opdracht klep opening, circuit B
Ventilatortest droge koeler:
0 = alle ventilatoren zijn uit
1 tot 8 = gebruikt voor inschakelen ventilatortraprelais van de droge
koeler
Gebruikt voor testen ventilatorsnelheid droge koeler
21