6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.20 - Trending
Deze functie maakt het mogelijk de werking van de eenheid te visualiseren
en bepaalde parameters te bewaken.
Trends weergeven
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer Trendings (TRENDING).
3. Selecteer de weer te geven parameters en druk op de Opslaan-knop
linksonder in het scherm.
4. Druk op de toets Trending
parameterset weer te geven.
■ Druk op
om over de tijdlijn te navigeren of druk
op
om naar het begin of het eind van de geselecteerde
periode te gaan.
■ Druk op de toets Zoom in
Zoom out toets
om een groter gebied te bekijken.
■ Druk op de Refresh-toets
Alleen voor webinterface:
■ Stel de tijdsspanne (start-/einddatum en begin-/eindtijd) in aan de
onderkant van het trendingscherm en klik op de pijlknop
rechterkant om de grafiek weer te geven met de prestaties van de eenheid
in een geselecteerde tijdsperiode.
om de trendgrafiek van de geselecteerde
om het beeld te vergroten of op
om de gegevens opnieuw te laden.
6.21 - Sneltest gebruiker
De functie sneltest maakt het voor de gebruiker mogelijk bepaalde
componenten van de eenheid te testen en te verifiëren of deze correct werken
(alleen ingelogde gebruikers kunnen de sneltest activeren).
Sneltest inschakelen
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer Quicktest 1 (QCK_TST1). Het menu is toegankelijk als u
ingelogd bent op het gebruikerstoegangsniveau.
3. Stel Quick test Enable [QCK_TEST] in op "ja" (Inschakelen sneltest).
Inschakelen sneltest [QCK_TEST]
Nee/Ja
Ja
BELANGRIJK: om de sneltestfunctie te activeren, moet de eenheid
worden gestopt (Lokaal uit).
Wanneer de sneltestfunctie is ingeschakeld, is het mogelijk parameters te
testen zoals ventilatorcapaciteit, pompaansturing enz. Voor meer informatie
zie de tabelbeschrijving sneltest 1 (QCK_TST1 – sneltest 1) in hoofdstuk 5.1.
aan de
47