Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vrije Koeling Van Droge Koeler (Dcfc); Master/Slave Regeling; Nachtbedrijf; Brijnoptie (Optie 5 / 6 / 272) - Carrier 30WG Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES

6.11 - Vrije koeling van droge koeler (DCFC)

Systemen die zijn uitgerust met een droge koeler bieden de functionaliteit
van de "vrije koeling" wat wil zeggen dat het systeem van het gekoelde water
warme direct uitwisselt met de lucht/water-warmtewisselaar ("droge koeler").
Door de installatie van een droge koeler is vrije koeling mogelijk - een methode
waarbij lage buitenluchttemperatuur wordt gebruikt voor het koelen van water
dat later wordt gebruikt in het airconditioningssysteem. Het systeem is het
meest effectief als de buitenluchttemperatuur lager is dan 0 °C (32 °F).
De droge koeler wordt niet alleen gebruikt om de productie van koelwater
te ondersteunen om aan de huidige koelvraag te voldoen maar hiermee kan
ook een lager energieverbruik worden bereikt.
De gebruiksmodus 'Droge koeler met vrije koeling' is ingeschakeld als de
buitenluchttemperatuur ('BLT vrije koeling') lager is dan de temperatuur van
het watersysteem en de geconfigureerde startdrempelwaarde.
OPMERKING: de temperatuur van het watersysteem van de droge
koeler en de buitenluchttemperatuur voor de vrije koeling die de
regeling meet zijn alleen-lezen waarden die u kunt controleren in het
DC vrije koeling statusmenu (DCFC_STA).
De regeling maakt onderscheid tussen twee typen ventilatorregelingen voor
de optie van een vrije koeling van de droge koeler waarbij het eerste type
gebruikmaakt van ventilator trappen en het tweede type een toerengeregelde
ventilator gebruikt. Ook kan een gemengde configuratie worden gebruikt 
(aansturing van vast en variabel toerental ventilatoren).
De gebruiksmodus 'Droge koeler met vrije koeling' is normaliter uitgeschakeld
als de buitenluchttemperatuur ('BLT vrije koeling') hoger is dan de temperatuur
van het watersysteem en de geconfigureerde startdrempelwaarde. Als echter 
is gebleken dat de koelcapaciteit van de droge koeler onvoldoende is om
het koelingssetpunt te bereiken, dan wordt de mechanische koeling dan
gestart (als de capaciteit van de vrije koeling 100% is, kan de mechanische
koeling worden gestart).
Temperatuur watersysteem controleren
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer DC Free Cooling Status (DCFC_STA).
3. Controleer FC Water Loop Temp [wloop].
FC Water Loop Temp [wloop]
°C/ °F
Buitenluchttemperatuur verifiëren
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Selecteer DC Free Cooling Status (DCFC_STA).
3. Controleer OAT Free Cooling [oat].
OAT Free Cooling [oat]
°C/ °F
Opmerking: de buitenluchttemperatuur kan ook worden afgelezen uit
het schematisch overzicht.

6.12 - Master/slave regeling

Met het regelsysteem is de master/slave-regeling van twee eenheden
mogelijk die zijn gekoppeld via een communicatie kabel. De mastereenheid
kan lokaal, op afstand of door netwerkopdrachten worden aangestuurd terwijl
de slave-eenheid op het CCN-bedrijf blijft staan.
Alle regelopdrachten aan de master/slave-opstelling (start/stop,
setpuntselectie, regeling van verwarmen/koelen, capaciteitsverdeling enz.)
worden  afgehandeld  door  de  eenheid  dat  als  master  is  geconfigureerd. 
De opdrachten worden automatisch naar de slave-eenheid verzonden.
Als de mastereenheid is uitgeschakeld, terwijl de master/slave-functie actief
is, wordt de slave-eenheid gestopt. Onder bepaalde omstandigheden kan
de slave-eenheid eerst worden gestart om het aantal draaiuren van de
eenheden in evenwicht te houden.
In geval van een communicatiestoring tussen de twee eenheden keert elke
eenheid terug naar een autonoom bedrijfstype tot het defect is hersteld.
Als de master-eenheid wordt gestopt vanwege een alarm, heeft de slave-
eenheid toestemming om te starten.
BELANGRIJK: De Master/slave-combinatie mag alleen worden
geconfigureerd door een servicetechnicus.
44

6.13 - Nachtbedrijf

Met de functie Nachtbedrijf kunnen de gebruikers de eenheid configureren 
met specifieke parameters te werken gedurende een specifieke tijdsperiode. 
Gedurende de nachtperiode, wordt de capaciteit beperkt.
De  nachtperiode  wordt  gedefinieerd  door  een  start-  en  een  eindtijd  die 
hetzelfde zijn voor elke dag van de week. De nachtbedrijf instellingen en de
capaciteitsbegrenzing kunnen worden geconfigureerd in het Configuratiemenu 
(GENCONF – Algemene configuratie). Alleen ingelogde gebruikers kunnen 
de nachtbedrijf instellingen wijzigen.
Voor 30WG/30WGA-eenheden met optie van de condensatieregeling van
de droge koeler: het condensatiepunt wordt verhoogd om het aantal
werkende ventilatoren te begrenzen (lager toerental) en het geluidsniveau
te verlagen.
Instellen van het nachtbedrijf
1.  Navigeer naar het Configuratiemenu (alleen ingelogde gebruikers). 
2. Selecteer Genunit Config (GENCONF).
3. Parameters instellen overeenkomstig het nachtbedrijf.
Startuur van nachtbedrijf [nh_start]
00:00 tot 24:00
Stopuur van nachtbedrijf [nh_end]
00:00 tot 24:00
Night Capacity Limit [nh_limit] (Nachtcapaciteit limiet)
0 tot 100%
100%

6.14 - Brijnoptie (optie 5 / 6 / 272)

3 0 W G / 3 0 W G A / 6 1 W G - e e n h e d e n b i e d e n v e r s c h i l l e n d e
koelvloeistoffen zoals standaard water en als optie brijn: 
■ Medium brijn, optie 5 (alleen 30WGA-eenheden)
■ Lage brijn, optie 6 (alleen 30WG-eenheden)
■ Brijn naar water, optie 272 (alleen 61WG-eenheden)
D e b r i j n o p t i e w o r d t n o r m a a l g e s p r o k e n g e b r u i k t v o o r
lagetemperatuurtoepassingen.
OPMERKING: voor optie 5 en optie 6 is de Software Activation
Key nodig (zie paragraaf 6.17).

6.15 - BACnet (optie 149)

Het BACnet/IP-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met het
SmartVu
-regelsysteem te communiceren.
TM
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.17).

6.16 - Modbus (optie 149B)

Het Modbus-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met het
SmartVu
-regelsysteem te communiceren. De instellingen voor de Modbus-
TM
communicatie (Modbus RTU of Modbus TCP) kunnen alleen geconfigureerd 
worden door een servicetechnicus.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.17).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30wga61wg

Inhoudsopgave