Pagina 3
1 Zet zowel de boven- als de onderdraadsensoren [ON] of
[OFF]. Als de sensor [OFF] staat, kunt u de machine
zonder bovendraad gebruiken.
2 U kunt het volume van de bedienings- en
waarschuwingssignalen aanpassen.
3 Selecteer deze functie om machinevermogen te sparen
door de [Ecomodus] of de [Afsluitondersteun-modus] in
te stellen. (pagina 22)
4 De machine kan zo worden ingesteld dat het
beginscherm wordt weergegeven ([ON]) of niet
weergegeven ([OFF]) wanneer u de machine inschakelt.
5 Selecteer de schermtaal. De toetsen en de meldingen
worden in de geselecteerde taal weergegeven.
Pagina 4
1 U kunt de verlichting instellen op [ON] of [OFF].
2 Hiermee wijzigt u de schermhelderheid.
3 Stel [Laser positioneringskruis] in op [ON] of [OFF].
4 Stel de helderheid in van het laser positioneringskruis.
(pagina 60)
Pagina 5
1
2
3
4
5
1 [Totaalaantal] geeft het totaalaantal geborduurde steken
2 [Totaaltijd] geeft aan hoelang de machine in totaal is
*
3 Geeft het interne machinenummer van deze machine
4 Geeft de versie aan van de software die op deze
5 Zet alle in de machine opgeslagen gegevens en
1
2
3
4
VOORBEREIDINGEN
aan en [Serviceherinnering] geeft het aantal steken aan
dat is geborduurd sinds de laatste onderhoudsbeurt van
de machine.
gebruikt en [Stekentijd] geeft aan hoelang de machine is
gebruikt sinds de laatste onderhoudsbeurt ervan.
Gebruik de tellers 1 en 2 als standaardtellers voor het
uitvoeren van periodiek onderhoud en voor het plannen
van professioneel onderhoud aan de machine.
weer.
machine is geïnstalleerd.
instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
(pagina 98)
1
1
2
3
4
5
21