26
Integratie van apparaten van
derden
Een aantal apparaten van derden kan met de unit worden
verbonden. De applicaties worden op aparte panelen getoond of
zijn geïntegreerd in andere panelen.
Apparaten die met het NMEA 2000-netwerk worden verbonden,
worden automatisch geïdentificeerd door het systeem. Als dat niet
het geval is, kunt u deze functie inschakelen onder geavanceerde
opties in het dialoogvenster Systeeminstellingen.
U kunt een apparaat van derden bedienen via menu's en
dialoogvensters, net zoals op de ander panelen.
Deze handleiding geeft geen specifieke bedieningsinstructies voor
apparaten van derden. Raadpleeg de documentatie van het
apparaat voor informatie over functies en functionaliteit.
Integratie FUSION-Link
Compatibele FUSION-Link apparaten die zijn aangesloten op het
systeem kunnen worden bediend vanaf het systeem.
De FUSION-Link apparaten verschijnen als aanvullende bronnen
wanneer de audiofunctie wordt gebruikt. Er zijn geen aanvullende
pictogrammen beschikbaar.
Zie "Audio" op pagina 196 voor meer informatie.
Integratie BEP CZone
De unit kan worden geïntegreerd met het BEP CZone systeem. Het
systeem wordt gebruikt voor het bedienen en bewaken van een
gedistribueerd voedingssysteem op uw vaartuig.
Het CZone pictogram is beschikbaar op de werkbalk op de Home
pagina wanneer een CZone systeem beschikbaar is op het netwerk.
Bij uw CZone systeem wordt een afzonderlijke handleiding
geleverd. Raadpleeg deze documentatie en de
installatiehandleiding van de unit voor het installeren en
configureren van het CZone systeem.
Integratie van apparaten van derden
Gebruikershandleiding
| Vulcan Series
231