A
Knop Instellingen
B
Werkbalk
C
Applicatieknoppen
D
Statusbalk
E
Knop Sluiten, sluit het huidige paneel.
F
Knop Systeem regelingen
G
Favorietenbalk
H
Knop Man overboord (MOB)
Knop Instellingen
Selecteer om toegang te krijgen tot dialoogvensters voor applicatie-
en functie-instellingen. Deze dialoogvensters worden gebruikt om
de functie te configureren tijdens de installatie en voor het opgeven
van gebruikersinstellingen. De dialoogvensters met instellingen
worden aan het einde van elk hoofdstuk van de toepassing
uitgelegd.
Knoppen op de werkbalk
Bieden opties en hulpmiddelen die niet paneel-specifiek zijn. Zie
"Tools en instellingen" op pagina 212 voor uitleg over de knoppen op de
werkbalk.
Inleiding
| Vulcan Series Gebruikershandleiding
17