Instrumenten
U kunt de instelling van de toerentalindicator
wijzigen.
De toerentalindicator knippert tijdens het
instellen.
-toets
SEL
-toets
SET
Toerenteller
Als u instelmodus B wilt wijzigen, draait u de
a
contactschakelaar in de stand (On) en drukt u
tegelijkertijd op de
weergavecontrole voltooid is. Het knipperende
staafsegment in de toerenteller toont het
34
(Vervolg)
Toerentalindicator
Numerieke
toerenteller
-toets tot de
SEL
momenteel ingestelde toerental voor het
oplichten van de toerentalindicator en de
numerieke toerentellerweergave toont deze.
Het staafsegment van de toerenteller wordt
u
weergegeven als conventionele weergave,
ongeacht welke weergavemethode is
ingesteld.
Telkens wanneer u op de
b
neemt de instelwaarde voor het oplichten van
het toerental met 250 r/min (omw/min) (één
segment) toe. Wanneer de instelwaarde buiten
het toegestane bereik komt, keert de
instelwaarde voor het toerental automatisch
terug naar 4.000 r/min (omw/min).
Houd de
-toets ingedrukt om de
SEL
u
instelwaarde voor het oplichten van de
toerentalindicator versneld vooruit te laten
gaan.
Beschikbaar instelbereik:
4.000 tot 8.250 r/min (omw/min)
SEL
-toets drukt,