Plaats slechts een papiersoort en een maat papier tegelijkertijd in een lade of documentinvoer.
●
Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst als het wordt geplaatst via de invoerlade of de
●
documentinvoer.
Plaats niet te veel papier in de lade of de documentinvoer.
●
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u de
●
volgende papiersoorten beter niet in de lade of de documentinvoer plaatsen:
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert
◦
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦
Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
◦
Plaats papier
Om papier met standaardformaat te laden
1.
Trek de invoerlade geheel uit.
2.
Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade.
Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker
●
papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
Om de papierlengtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierlengtegeleider
●
terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
20
Hoofdstuk 2 Aan de slag
NLWW