Inhoudsopgave
Advertenties
Beschrijving van de werking
Spanningsverminderingsvoorziening
5.7
Spanningsverminderingsvoorziening
De spanningsbegrenzer (VRD) dient ter verhoging van de veiligheid in gevaarlijke omgevingen (zoals
bijv. scheepsbouw, aanleg van buisleidingen, mijnbouw).
De spanningsbegrenzer wordt in sommige landen en in vele veiligheidsvoorschriften voor
lasstroombronnen voorgeschreven.
Het signaallampje VRD > zie hoofdstuk 4.1.2 brandt wanneer de spanningsbegrenzer zonder problemen
f unctioneert en de uitgangsspanning op de gespecificeerde waarden van de desbetreffende norm wordt
gereduceerd (technische gegevens).
5.8
Dynamische capaciteitsaanpassing
Basisvoorwaarde is een correcte uitvoering van de netzekering.
Volg de aanwijzingen over de netzekering!
Met deze f unctie kan het apparaat worden afgesteld op de zekering van de netaansluiting van het
gebouw. Zo kan een frequente activering van de netzekering worden tegengegaan. Het maximaal
opgenomen vermogen van het apparaat wordt begrensd tot de waarde van de bestaande netzekering
(traploos instelbaar).
De waarde kan in het apparaatconfiguratiemenu > zie hoofdstuk 5.10 onder parameter
geselecteerd.
De f unctie regelt het lasvermogen automatisch naar een niet-kritieke waarde voor de netbeveiliging.
Bij het gebruik van een 25 A-netbeveiliging moet een geschikte netstekker door een elektricien
worden aangesloten.
5.9
Synchroon lassen (AC)
Deze f unctie is belangrijk als er met twee stroombronnen aan weerszijden tegelijkertijd met wisselstroom
moet worden gelast, zoals dat bijv. bij dikke aluminium materialen in positie PF voorkomt. Daardoor wordt
gewaarborgd dat bij wisselstroom de plus- en minpoolfasen bij beide stroombronnen gelijktijdig optreden
(gesynchroniseerd worden) en de vlambogen elkaar daarom niet wederzijds negatief beïnvloeden.
Om ervoor te zorgen dat de energie-input bij synchroon lassen in het lasbad storingsvrij kan plaatsvinden,
moeten de fasevolgorden en draaivelden van de voedingsspanningen (50Hz / 60Hz) identiek zijn! De
vereiste parameters kunnen direct op de apparaatbesturing worden ingesteld (omdraaien of omwisselen
van de netaansluitstekker vereist). Bovendien kunnen bedradingsverschillen in het stroomnet worden
gecompenseerd. Een optimale fasecompensatie zorgt voor een beter lasresultaat.
De activering en instelling van de apparaatfunctie Synchronisatie via netspanning wordt in het
expertmenu (TIG) uitgevoerd > zie hoofdstuk 5.1.15. Hiervoor moet de parameter
geschakeld (signaallampje Netsync brandt).
De synchronisatie van twee stroombronnen van EWM kan door de parameter faseverschuiving
60°-stappen (0°, 60°, 120°, 180°, 240° en 300°) plaatsvinden.
Bij de synchronisatie met een andere fabrikant (stroombron) kan aanvullend op de fasestand de
parameter f asefijnafstemming
62
Afbeelding 5-53
in 1°-stappen (-30° tot 0° tot +30°) worden aangepast.
worden
naar
worden
in
099-00T500-EW505
30.1.2023
Advertenties
Inhoudsopgave
