Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Tijdens het zwadleggen moet u een constant en juist toerental van de aftakas
aanhouden, zodat het snijgereedschap van de machine optimaal kan functioneren.
Indien de machine een hoge stoppel tussen de twee middelste schotels laat staan,
kan het zijn dat er een luchtstroom tussen de schotels ontstaat, die het gewas plat
legt voordat het wordt gemaaid. Om deze luchtstroom te beperken, is de machine
voorzien van een kunststof kap die de luchtstroom onderbreekt.

KEREN

Hef bij keren op het veld de maaibalk van de grond en verlaag het toerental.
NB: De aftakas tussen de trekker en de machine kan lawaai maken wanneer de
machine bij keren helemaal omhoog wordt getild. Dat komt door de hoek van
de as en is niet van belang, omdat het koppel op de as in deze situatie niet
noemenswaardig is.
Voordat u het toerental weer verhoogt, moet de maaibalk omlaag in de werkstand
staan.
Als u op heuvelachtig terrein of steile hellingen keert, moet u indien mogelijk keren
met de machine heuvel-/hellingopwaarts voor een goede stabiliteit van de trekker.
De rijsnelheid moet bij keren op het veld te allen tijde worden verlaagd.
BELANGRIJK: De machine is niet geconstrueerd voor achteruitrijden in de
PINL 085A 02 CM 265F 0211
3. INSTELLINGEN EN RIJDEN
werkstand. Daarom moet u de maaibalk bij keren altijd vrij van de grond
heffen.
38

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave