PROEFDRAAIEN
CONTROLE VOOR PROEFDRAAIEN
Voor het eigenlijke proefdraaien dient u het volgende te controleren:
1) Heeft de aftakas van de trekker het juiste toerental?
2) Zijn alle smeerpunten gesmeerd? Zie hiervoor hoofdstuk 4; SMEREN.
3) Zijn alle messen op de schotels intact en correct geplaatst?
4) Zijn de veren van de zwadwielen goed gespannen, zodat ze niet in contact komen
met de voorwielen van de trekker?
5) Is de veiligheidsafstand van de zwadwielen tot de maaischotels en trommels in
alle standen minimaal 10 mm?
6) Wordt de aankoppeling van de aftakas van de trekker uitgevoerd met de maaibalk
op de grond?
7) Wordt de aankoppeling van de aftakas van de trekker uitgevoerd bij een laag
toerental van de motor?
8) Raakt de aftakas tussen trekker en machine niet bekneld wanneer de hefarmen
van de trekker voorzichtig omhoog en omlaag worden gebracht?
9) Zijn de veiligheidskettingen goed vastgemaakt, zodat de bescherming van de
aftakas niet meedraait?
10) Is de bescherming (kappen en doeken) van de machine compleet, intact en
correct bevestigd?
11) Is al het gereedschap van de machine verwijderd?
12) Zijn er geen personen in de buurt van de werkende machine?
13) Is de fronthydraulica omlaag en in de transportstand?
PINL 085A 02 CM 265F 0211
2. AANKOPPELEN EN PROEFDRAAIEN
28