11. Hydraulisch oliefilter, vervangen
1.
Demonteer het oliefilter. Gebruik indien
nodig een filtertang.
2.
Strijk nieuwe, schone motorolie op de
afdichting van het nieuwe filter.
3.
Monteer het filter handmatig tot het aanligt
+ 3/4 slagen.
4.
Verwijder de kap op de transmissie en vul
de olietank van de transmissie met ca. 0,3 l
olie bij. Zie 14. Oliepeil van de transmissie
op bladzijde 53. Let op bij het laten draaien
van de motor en vul na zodat de tank niet
leeg raakt.
5.
Laat de motor draaien, bedien de
gereedschapslift en de servobesturing,
controleer daarna of er geen lekkage is
rond de afdichting van het oliefilter.
6.
Controleer het oliepeil in de transmissie,
vul bij indien nodig. In het oliefilter gaat ca.
0,3 liter olie.
Zet de kap op de transmissie weer terug.
12. Oliefilter, vervangen
1.
Open de motorkap.
2.
Tap de motorolie af volgens 4. Motorolie op
bladzijde 49.
3.
Demonteer het oliefilter. Gebruik indien
nodig een filtertang.
4.
Strijk nieuwe, schone motorolie op de
afdichting van het nieuwe filter.
5.
Monteer het filter handmatig tot het aanligt
+ 3/4 slagen.
6.
Laat de motor warm draaien, controleer
daarna of er geen lekkage is rond de
afdichting van het oliefilter.
7.
Controleer het oliepeil in de motor, vul bij
indien nodig. In het oliefilter gaat 0,2 liter olie.
13. Parkeerremkabel
Verwijder de kap op de transmissie, zie
Versnellingshendels.
Haak de veer (A) van de bout (B) indien nodig.
Haal de rubberen bescherming van de kabel
weg tijdens het smeren.
Smeer de kabel met een oliekan, trap enkele
keren op het rempedaal en smeer opnieuw.
Plaats de veer (A) en de kap op de transmissie
terug.
52
Nederlands-
SMEREN
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruikte oliefilters moeten behandeld
worden als milieugevaarlijk afval en
ingeleverd worden bij de werkplaats of de
aangewezen plaats voor verwerking.
8009-350
8009-161
A
B
6020-005