Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider ProFlex 21 II
Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Rider ProFlex 21 II Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Differentieelvergrendeling ........21 Service .............. 58 Maaitips..............22 Elektrisch en hydraulisch systeem ....59 De motor stoppen ..........23 Technische gegevens .......... 61 Rider ProFlex 21 II ..........61 Ontkoppelingshendel .........24 Maaidek............. 62 Onderhoud.............25 Onderhoudsschema...........25 EG-verklaring van overeenstemming....63 Verwijder de kappen van de zitmaaier....27 Servicejournaal ............
BELANGRIJKE INFORMATIE Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door zodat u weet hoe u de zitmaaier moet gebruiken en onderhouden voordat u hem gebruikt. Voor andere service dan in dit handboek wordt beschreven, moet u contact opnemen met een erkende verkoper die onderdelen en service aanbiedt. Voor uw eigen veiligheid Verzeker uw zitmaaier •...
Inleiding Beste klant, Hartelijk dank voor het feit dat u heeft gekozen voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider is gemaakt voor de hoogste efficiency op zelfs kleine en nauwe oppervlakken.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht en alleen maar in de vakhandel die ook service biedt. Dit om ervoor te zorgen dat u als klant de beste ondersteuning en service krijgt. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer, zie het bewijs in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing.
VERKLARING VAN SYMBOLEN Symbolen en plaatjes Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Accu Choke Brandstof Motor uit Oliepeil Maaihoogte Naar achteren Naar voren Ontsteking Waarschuwing...
Pagina 8
VERKLARING VAN SYMBOLEN WAARSCHUWING! Xxxxxxx xxxx xxxxxxxx xxx x Xxxxx xxxxxx xx. xx xxxxxxxx xxxxx xxx xx. Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer erop te attenderen dat het risico voor persoonlijk letsel bestaat, vooral als men de gegeven instructies niet volgt. BELANGRIJKE INFORMATIE Xxxxxxx xxxx xxxxxxxx xxx xxx Xxxxx xxxxxx xx.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. WAARSCHUWING! Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de aandacht gebracht moeten worden. Het betreft uw veiligheid. Algemeen gebruik • Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing en op de machine voordat u hem start.
Pagina 10
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het ronden van een WAARSCHUWING! vast voorwerp, zodat de messen er niet tegen aan komen. Rijd nooit over vreemde De uitlaatgassen van de motor van voorwerpen heen. de machine, inclusief bepaalde stoffen daarin, en sommige machi- •...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Rijden op hellingen Het rijden op hellingen is een van de operaties waar het risico het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de machine omver valt, hetgeen ernstig letsel of overlijden kan veroorzaken. Alle hellingen vragen om extra voorzichtigheid.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Kinderen • Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men niet alert is op kinderen in de buurt van de machine. Kinderen worden vaak door de machine en de maaiwerkzaamheden aangetrokken. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst zag.
Pagina 13
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Als er lekkage is opgetreden in het WAARSCHUWING! brandstofsysteem mag de motor niet De motor, het uitlaatgassysteem gestart worden voordat dit is verholpen. en de componenten van het • Bewaar de machine en de brandstof hydraulisch systeem worden zodanig dat er geen risico bestaat dat tijdens bedrijf zeer warm.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimtes die ventilatie missen. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en levensgevaarlijk gas. • Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u tegen een voorwerp aanrijdt. Repareer, indien nodig, voordat u start. •...
Presentatie Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de Rider ProFlex 21 II. De Rider ProFlex 21 II is uitgerust met een viertakt V-Twin motor van Kawasaki van 21 pk. De krachtoverbrenging van de motor gebeurt met een hydrostatische versnellingsbak waarmee een traploze variatie van de snelheid met de voetpedalen mogelijk is. Een pedaal voor naar voren rijden en een voor naar achteren rijden.
PRESENTATIE Gashendel De gashendel regelt het toerental van de motor en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of te verlagen wordt de hendel naar voren respectievelijk naar achteren gebracht. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat.
PRESENTATIE Maaielement De Rider ProFlex 21 II is standaard uitgerust met maaielement type Combi 122 met een maaibreedte van 122 cm. Een Combimaaielement werkt als een BioClipelement wanneer een BioClip-plug is gemonteerd, maar kan omgezet worden naar achteruitworp door de BioClip-plug te verwijderen.
PRESENTATIE Mechanische hefstang voor het maaielement De stang wordt gebruikt als noodhefstang om het maaielement in transport- of maaistand te zetten wanneer er geen hydraulische druk is. Hij kan ook worden gebruikt om het maaielement mechanisch in transportstand te zekeren. De stang moet worden gebruikt bij motorstart, wanneer de motor gestopt is terwijl het element in maaistand staat, om het...
PRESENTATIE Hendel voor instelling van maaihoogte Met de hendel voor de maaihoogte kan de maaihoogte op 7 verschillende standen gezet worden. Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de luchtdruk in de voorwielen gelijk is (60 kPa). 8009-327 Parkeerrem De parkeerrem wordt als volgt aangetrokken:...
PRESENTATIE Differentieelvergrendeling De differentieelvergrendeling vergrendelt de beide aandrijfwielen zodat de ene niet kan slippen en verbetert zo de bereikbaarheid. Druk het pedaal in om de differentieelvergrendeling in te schakelen. 6020-009 Ontkoppelingshendel De ontkoppelingshendel wordt gebruikt om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat.
GEBRUIK Rijden Voor de start • Lees de hoofdstukken Veiligheidsinstructies op bladzijde 7 en Presentatie op bladzijde 13 voor u de zitmaaier start. • Voer het dagelijks onderhoud voor de start uit (zie Onderhoudsschema op bladzijde 25). • Stel de zitting af op de gewenste stand. 8009-322 Starten van de motor Til het maaielement op door de...
GEBRUIK Wanneer de motor start, moet u de ontstekingssleutel gelijk weer naar neutraalstand laten gaan. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden per keer lopen. Wanneer de motor niet start, moet u ca. 15 seconden wachten tot u de volgende startpoging doet.
GEBRUIK Kies de gewenste maaihoogte (1-7) met de hendel voor de maaihoogte. 8009-327 Druk de vergrendelknop op de mechanische hefstang in en breng de stang naar de voorste stand. Het maaielement wordt neergelaten en start wanneer de hefhydraulica in onderste stand staat.
GEBRUIK Maaitips WAARSCHUWING! Haal stenen en andere voorwerpen die door de messen weggeslingerd kunnen worden van het gazon. • Zoek stenen en andere vaste voorwerpen op en markeer ze om een aanrijding te voorkomen. • Begin met hoge maaihoogte en laat deze minder worden tot het gewenste maairesultaat bereikt is.
GEBRUIK De motor stoppen Laat de motor een minuut stationair lopen om weer normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico van een afzetting op de bougie bestaat. Til het maaielement op met de hydraulische hefstang.
GEBRUIK Ontkoppelingshendel Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat moet u de ontkoppelingshendel uittrekken. 8009-337 Nederlands-...
ONDERHOUD Onderhoud Onderhoudsschema Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de zitmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die gemarkeerd zijn met voetnoot 4, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken. Onderhoud Bladzij- Dagelijks Weke- Ten min- Onderhoudsinterval onderhoud lijks ste ieder in uren...
Pagina 28
ONDERHOUD Onderhoud Bladzij- Dagelijks Weke- Ten min- Onderhoudsinterval onderhoud lijks ste ieder in uren derhoud jaar voor 100 300 Maak in de frametunnel schoon Smeer het pedaalmechanisme in de frametunnel Smeer de versnellingshendel Smeer parkeerremkabel Smeer gashendel Smeer chokehendel Smeer de stuurketting in de frametunnel Controleer de stuurkabels in de frametunnel Maak de koelluchtinlaat van de motor schoon Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon...
ONDERHOUD Verwijder de kappen van de zitmaaier De motorkap Klap de zitting omhoog. Draai het slot op de bovenkant van de motorkap 1/4 slag tegen de klok in. Klap de motorkap omhoog. Indien nodig kan de motorkap eraf getild worden door de pennen van de scharnieren te verwijderen.
ONDERHOUD Linker vleugelkap Verwijder de knop op het pedaal van de differentieelvergrendeling. Maak de bouten (1 en 2) los en til de vleugel eraf. 6020-008 Transmissiekap Maak de beide schroeven los (een aan iedere kant) en til de transmissiekap er daarna af.
ONDERHOUD Controle en afstellen van stuurkabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen na een tijdje gebruik oprekken, wat betekent dat de instelling van de besturing kan wijzigen. De besturing wordt op de volgende manier gecontroleerd en afgesteld: Verwijder de frameplaat door de bouten los te maken (twee tegen het stuurservohuis).
ONDERHOUD Controle en afstellen van gaskabel Controleer of de motor reageert op gas geven en of een goed motortoerental wordt bereikt bij volgas. Bezoek een servicewerkplaats bij twijfel. Indien afstellen nodig is kan dit als volgt gedaan worden bij de onderste kabel: Maak de klemschroef voor de mantel van de kabel los en schuif de gashendel naar de volgasstand.
ONDERHOUD Afstellen van de hydrostaatkabel De hydrostaatkabel (aan de linkerkant) wordt op de volgende manier afgesteld: Verwijder de kap op de transmissie. Maak de beide schroeven los (een aan iedere kant) en til de transmissiekap er daarna af. Haal de onderste kogelverbinding uit elkaar, deze zit met een borgveer vast.
ONDERHOUD Afstellen van de rem De parkeerrem (aan de rechterkant) wordt op de volgende manier afgesteld: Verwijder de kap op de transmissie. Maak de beide schroeven los (een aan iedere kant) en til de transmissiekap er daarna af. Haak de veer (A) van de bout (B). 6008-209 Controleer of de parkeerrem niet geactiveerd is.
ONDERHOUD Vervangen van luchtfilter Als de motor zwak lijkt of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een verstopt luchtfilter zijn. Door gebruik met een vies luchtfilter kan de bougie een aanslag krijgen waardoor storingen in de werking optreden. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie Onderhoudsschema op bladzijde 25 voor het juiste serviceinterval).
ONDERHOUD Brandstoffilter vervangen Vervang het in de leiding gemonteerde brandstoffilter om de 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Vervang het filter als volgt: Open de motorkap. Haal de slangklemmen van het filter. Gebruik een kniptang. Trek het filter van de slanguiteinden af.
ONDERHOUD Controle van het peil van het accuzuur Controleer of het peil van het accuzuur tussen de markeringen ligt. Bij vullen mag er alleen gedestilleerd water in de cellen gedaan worden. WAARSCHUWING! Maatregelen bij contact met het zuur Uitwendig: Rijkelijk spoelen met water. Inwendig: Drink grote hoeveelheden water of melk.
ONDERHOUD Hoofdzekering De zekering zit in een losse houder onder het deksel van de accubak, voor de accu. Type: Platte stift, 15 A. Gebruik geen andere zekering bij vervangen. Een gesprongen zekering geeft aan dat de stift verbrand is. Trek de zekering uit de houder om te vervangen.
ONDERHOUD Onderdelen van het maaielement In onderstaande instructies wordt een maaielement met achteruitworp getoond, maar de werkwijze is hetzelfde voor alle elementen als niet anders wordt aangegeven. De onderdelen die hier genoemd worden, zijn: • A. Vergrendeling • B. Binnenste plug •...
Pagina 40
ONDERHOUD Schuif het element er zo in dat de binnenste pluggen (B) in de gleuf van het gereedschapsframe terecht komen. 8009-018 Haak de achterste bevestiging van de hendel voor de hoogteinstelling (E) vast: Zet de hendel voor instelling van de maaihoogte in de voorste stand.
ONDERHOUD Instellen van parallelliteit en maaihoogte De basismachine is in de fabriek afgesteld. Wanneer een nieuw maaielement wordt gemonteerd is het nodig de parallelliteit en hoogte af te stellen. Uitgangspositie: Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa (0,6 bar). Het maaielement moet uitgeklapt zijn op een vlakke ondergrond.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maaielement de ondergrond volgen zonder er te hard op aan te sluiten. De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van de zitmaaier. Het afstellen van de gronddruk van het maaielement gaat als volgt: Plaats een personenweegschaal onder...
ONDERHOUD Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. Controleer of de bevestigingschroeven van de messen vastgedraaid zijn met moment (45 Nm). BELANGRIJKE INFORMATIE Vervangen of slijpen van de messen moet door een erkende servicewerkplaats gedaan worden.
ONDERHOUD Verwijderen van maaielement WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht. Risico van verwonding door beknelling Plaats de machine op een vlakke ondergrond. Zet de rem vast door het pedaal in te drukken en met de drukknop te vergrendelen. 8009-328 Til het maaielement op met de mechanische hefstang.
Pagina 45
ONDERHOUD Haak de hendel voor de hoogteinstelling (E) los door het achterste deel omhoog te brengen: Ontlast de hendel indien nodig door het voorste deel van het frame omhoog of omlaag te trekken. 8009-169 10. Trek tegelijkertijd aan het handvat (D) en het maaielement.
ONDERHOUD Verwijderen van frame van het maaielement Uitgangspositie bij verwijderen van het frame van het maaielement: • Maaielement is verwijderd. Draai de vergrendeling uit zodat de voorste bevestiging van het maaielement getild kan worden. 8009-184 Breng het frame van het maaielement naar achteren zodat de tong van het maaielement de grip over de beugel van het frame verliest en til het frame eraf.
ONDERHOUD Montage van riem Leg de riem van voren op zijn plaats en laat het voorste deel aan het handvat van de haakbescherming hangen. Leg de riem op het middenwiel en op het steunwiel. 8009-009 Druk de stuurplaat onder het steunwiel naar beneden en breng de riem aan.
ONDERHOUD Vervangen van de riem van het maaielement WAARSCHUWING! Bescherm uw handen met handschoenen wanneer u aan de messen werkt. Risico van beknelling bij het werken met de riem. Vervangen van de riem op een Combimaaielement Op deze maaielementen met ”botsbeveiligde” messen worden de messen aangedreven door één V-snaar.
SMEREN Smeren Smeerschema Bij dagelijks gebruik van de machine moet de wekelijkse smeerbeurt (1/52) twee keer/week uitgevoerd worden. 8009-344 Nederlands-...
SMEREN Algemeen Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen. Bij smeren met een oliekan moet de oliekan gevuld zijn met motorolie. Bij smeren met vet kan, waar niet anders is aangegeven, vet 503 98 96-01 of een ander chassis- of kogellagervet met een goede anti-roestbescherming gebruikt worden.
SMEREN 2. Kettingen in frametunnel Verwijder het deksel van de frametunnel, zie punt 1. Smeer de kettingen in de frametunnel met een oliekan of kettingspray voor motorfietsen. Smeer de as voor de stuurkabelpoelie's met vet. Duw de poelie's opzij en smeer vet op de as. Plaats het deksel weer op de frametunnel.
Pagina 52
SMEREN Controleer het oliepeil van de motor wanneer de zitmaaier horizontaal staat. Klap de motorkap omhoog. Haal de peilstok omhoog, droog hem af en stop hem er weer in. De peilstok mag niet ingeschroefd zijn. Haal vervolgens de peilstok weer omhoog en lees het oliepeil af.
SMEREN 7. Maai-element Verwijder de neuskap. Smeer met een oliekan: A. De veiligheidsvergrendeling - Scharnierpunten en lagers Smeer met vet: B. Binnenste plug C. Gleuf voor het gereedschapsframe 6020-004 8. Triangelverbinding Smeerpunt zit achter het rechter voorwiel. Smeer met een vetspuit tot er vet uit komt. Gebruik molybdeendisulfdevet.
SMEREN 11. Hydraulisch oliefilter, vervangen Demonteer het oliefilter. Gebruik indien nodig een filtertang. Strijk nieuwe, schone motorolie op de afdichting van het nieuwe filter. Monteer het filter handmatig tot het aanligt + 3/4 slagen. Verwijder de kap op de transmissie en vul de olietank van de transmissie met ca.
SMEREN 14. Oliepeil van de transmissie Controleer het oliepeil van de transmissie door te kijken door het net van de luchtinlaat. Het oliepeil moet tussen de ”MIN- en MAX-aanduidingen op de olietank liggen bij +20°C. Indien er olie bijgevuld moet worden, moet u eerst de kap op de transmissie verwijderen.
Pagina 56
SMEREN Accessoires Het smeren of andere verzorging van extra uitrusting of accessoires, zie Accessoires op bladzijde 15, wordt niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven. Vanzelfsprekend moet deze uitrusting verzorgd worden. Zie de gebruiksaanwijzingen van de desbetreffende accessoires voor instructies. Maak aantekeningen van gewenste maatregelen op deze pagina. Nederlands-...
OPSPOREN VAN STORINGEN Schema voor het opsporen van storingen Probleem Oorzaak De motor start niet • Er zit geen brandstof in de brandstoftank • Verkeerde brandstof bijgevuld • De bougies verkeerd • Bougieaansluitingen verkeerd • Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor trekt de motor niet rond •...
Pagina 58
OPSPOREN VAN STORINGEN Probleem Oorzaak De motor voelt zwak • Het luchtfilter verstopt • De bougies verkeerd • Vuil in carburateur of brandstofleiding • De carburateur verkeerd afgesteld • Choken of verkeerd afgestelde chokekabel • Verkeerde brandstof bijgevuld De motor raakt oververhit •...
STALLEN Stallen Winterstalling Aan het einde van het maaiseizoen moet de zitmaaier direct klaar gemaakt worden voor stalling, dit moet ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 dagen ongebruikt blijft staan. Brandstof die lange periodes blijft staan (30 dagen of meer) kan plakkerige lagen afzetten, die de carburateur verstoppen en de werking van de motor verstoren.
STALLEN Service Het laagseizoen is de meest geschikte tijd om service uit te voeren of de machine na te kijken om een grote functiebetrouwbaarheid tijdens het hoogseizoen te waarborgen. Bij het bestellen van reserveonderdelen moet u het inkoopjaar van de zitmaaier en het model-, type en serienummer aangeven.
HYDRAULISCH SYSTEEM 8009-357 Hydraulisch systeem, plaats van de componenten Stuurservo Pomp in hydrostaat Hydraulisch oliefilter Hefcilinder Drukbegrenzingsventiel Bedieningsventiel voor hefcilinder Hou het hydraulisch systeem schoon. Denk erom dat: • U zorgvuldig schoon maakt voordat het vuldeksel wordt geopend of een aansluiting wordt losgemaakt. •...
TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens Rider ProFlex 21 II Afmetingen Lengte basismachine 2.120 mm met trekoog Lengte met Combi 122 2.550 mm Breedte basismachine 1.100 mm Breedte met maaielement 1.330 mm Hoogte 1.100 mm Bedrijfsgewicht basismachine 309 kg zonder maaielement Wielbasis 1.010 mm...
TECHNISCHE GEGEVENS Maaielement Combi 122 Maaibreedte 1.220 mm Maaihoogtes 7 standen, 40-100 mm Meslengte 450 mm Breedte 1.330 mm Gewicht met a-frame 68 kg Lengte machine met maaielement 2.550 mm Om verbeteringen te kunnen doorvoeren, kunnen specificaties en vorm wijzigen zonder speciale mededeling.
EG-verklaring van overeenstemming (Geldt alleen voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna ProFlex 21 II met een serienummer uit het jaar 2002 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: - van 22 juni 1998 betreffende machines 98/37/EG, bijlage IIA.
SERVICEJOURNAAL Servicejournaal Maatregel Leverservice Vul de accu met accuzuur en laadt hem vier uur op. Monteer stuur, zitting en in voorkomende gevallen overige onderdelen. Monteer het maaielement. Stel het maaielement af: Stel de hefveer af (het gewicht van het maaielement moet 12-15 kg worden, indien een borstel wordt gebruikt, moet u afstellen op max.
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 25 uursservice Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon (Oil-foam- Notities element). (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. (bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Veld bedoeld voor bijhouden van het journaal Nederlands-...
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 50 uursservice Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon of vervang Notities deze (Oil-foam-element). (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon.
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 100/200 uursservice Ververs motorolie. Vervang het oliefilter om de 200 uur. Notities Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon of vervang deze (het Oil-foam-element). Maak het papierfilter van de luchtreiniger schoon. Vervang om de 200 uur. (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Maak de koelluchtinlaat van de motor en de luchtinlaat van de transmissie schoon.
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening 300 uursservice Keur de machine. Extra werkzaamheden? Notities Ververs motorolie. Vervang luchtfilter (Oil-foam-element). Vervang luchtfilter (papieren filter). Maak de luchtfilters van de brandstofpomp schoon. Controleer/stel de maaihoogteinstelling af. Controleer/stel de parkeerrem af. Controleer de vlambescherming/vonkendover (extra uitrusting). Vervang het oliefilter van de motor.
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening Ten minste een keer per seizoen Vervang de motorolie (100 uur). Notities Maak de voorreiniger van de luchtreiniger schoon/vervang deze (het Oil-foam-element). (25 uur). (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden) Vervang/maak het papieren filter van de luchtreiniger schoon (100 uur).
Pagina 73
SERVICEJOURNAAL Maatregel Datum, meterstand, stempel, handtekening Nederlands-...