Sluitertijd en diafragmavergrendeling
Sluitertijdvergrendeling is beschikbaar in de standen
sluitertijdvoorkeuze en handmatige belichting,
diafragmavergrendeling in de standen diafragmavoorkeuze en
handmatige belichting. Sluitertijd en diafragmavergrendeling zijn niet
beschikbaar in de belichtingsstand met automatisch programma.
1
Sluitertijd en diafragmavergrendeling aan een
camerabediening toewijzen.
Wijs Sltertijd en diafragma vergr. toe aan een bediening met
behulp van Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste
knoptoewijzing, 0 301).
2
Vergrendel sluitertijd en/of diafragma.
Sluitertijd (belichtingsstanden S en M): Druk
op de geselecteerde bediening en draai
aan de hoofdinstelschijf tot de
F-pictogrammen in de zoeker en het
bedieningspaneel verschijnen.
Om sluitertijd te ontgrendelen, druk op
de bedieningsknop en draai aan de hoofdinstelschijf tot de
F-pictogrammen uit de schermen zijn verdwenen.
Diafragma (belichtingsstanden A en M): Druk
op de geselecteerde bediening en draai
aan de secundaire instelschijf tot de
F-pictogrammen in de zoeker en het
bedieningspaneel verschijnen.
Om het diafragma te ontgrendelen, druk
op de bediening en draai aan de secundaire hoofdinstelschijf tot
de F-pictogrammen uit de schermen zijn verdwenen.
A
Zie ook
Gebruik Persoonlijke instelling f3 (Sltertijd en diafragma vergr.; 0 302)
om sluitertijd en/of diafragma vergrendeld te houden bij de geselecteerde
waarden.
140