A
AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u
alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de
diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma.
A
Belichtingsaanduidingen
De belichtingsaanduidingen in de zoeker en het bedieningspaneel geven
aan of de foto wordt onder- of overbelicht bij de huidige instellingen.
Afhankelijk van de optie gekozen voor Persoonlijke instelling b2
(Stapgrootte inst. belichting, 0 294), wordt de hoeveelheid onder- of
overbelichting in stappen van
weergaven knipperen als de limieten van het belichtingsmeetsysteem
worden overschreden.
Bedieningspaneel
Zoeker
A
Zie ook
Zie Persoonlijke instelling f7 (Aanduidingen omkeren, 0 303) voor
informatie over het omkeren van de belichtingsindicators, zodat negatieve
waarden rechts en positieve waarden links worden weergegeven.
136
/
1
LW,
3
Persoonlijke instelling b2 ingesteld op 1/3 stap
Optimale belichting
/
1
LW of 1 LW aangeduid. De
2
Onderbelicht met
1
/
LW
3
Overbelicht met meer
dan 3 LW