❚❚ De elektronische afstandsmeter
De aanduiding van de
zoekerbeeldscherpte kan worden gebruikt
om te controleren of het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt scherp in
beeld is. Kies uit 55 scherpstelpunten of uit
45 punten indien 1,3× (18×12) is
geselecteerd voor Kies beeldveld (0 89).
Druk de ontspanknop half in nadat het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt is geplaatst en draai aan de
scherpstelring van het objectief totdat de scherpstelaanduiding (I)
wordt weergegeven. Merk op dat bij de onderwerpen vermeld op
pagina 113, de scherpstelaanduiding soms wordt weergegeven
wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is; controleer vóór de
opname de scherpstelling in de zoeker. Zie pagina 99 voor
informatie over het gebruik van de elektronische afstandsmeter met
optionele AF-S/AF-I teleconverters.
A
AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G- en G VR-objectieven
Als een AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR- of AF-P DX NIKKOR
18–55mm f/3.5–5.6G-objectief wordt gebruikt in handmatige
scherpstelstand, dan knippert de scherpstelaanduiding in de zoeker (of in
livebeeld, het scherpstelpunt knippert in de monitor) om te waarschuwen
dat voortzetting van het draaien aan de scherpstelring in de huidige
richting het onderwerp niet scherp in beeld brengt.
A
Filmvlakpositie
Om de afstand tussen uw onderwerp en de
camera te bepalen, meet vanaf de
filmvlakmarkering (E) op de camerabody.
De afstand tussen het
objectiefbevestigingsvlak en het filmvlak
bedraagt 46,5 mm.
Filmvlakmarkering
46,5 mm
115