Download Print deze pagina

Advertenties

PARKEERHULP
(2/4)

Parkeerhulp voor

(afhankelijk van de auto)
Werking
Het systeem van de parkeerhulp wordt pas
ingeschakeld als de auto langzamer dan on-
geveer 10 km/uur rijdt.
Het systeem detecteert de meeste obsta-
kels op minder dan ongeveer 60 centimeter
van de voorkant van de auto en er klinkt een
piep. Afhankelijk van de auto licht de rode
zone van het display 1 op (raadpleeg de vol-
gende bladzijde).
N.B.: tijdens het manoeuvreren wordt de
detectiezone van de voorwerpen ongeveer
een meter. Het display 1 geeft dan 3 kleu-
ren aan.
In het geval dat een obstakel aanwezig is
aan de voorkant en aan de achterkant van
de auto, wordt er alleen rekening gehou-
den met het obstakel dat het dichtst bij is en
klinkt het bijbehorende geluidssignaal. Als
aan de voorkant en aan de achterkant tege-
lijk een obstakel wordt gedetecteerd in een
detectiezone van minder dan 30 centime-
ter, dan klinken de geluidssignalen van de
vooren achterkant afwisselend.
1
Automatisch uitschakelen van de
parkeerhulp
Het systeem schakelt uit:
– als de auto sneller dan ongeveer 10 km/u
rijdt;
– als de auto langer dan ongeveer vijf se-
condes stilstaat en er een obstakel dicht-
bij is gedetecteerd (bijvoorbeeld in een
file, enz.);
– in de neutrale stand of in de stand N of P
van een automatische transmissie.
Bij het manoeuvreren kan de
auto aan de onderkant ergens
tegenaan rijden (bijvoorbeeld:
contact met een paaltje, een
trottoir of ander stadsmeubilair) en daar-
door beschadigen (bijvoorbeeld: vervor-
ming van een as, enz.).
Om ieder risico van een ongeluk te voor-
komen, moet u uw auto door een merk-
dealer laten controleren.
2.35

Advertenties

loading