Gebruiksaanwijzing Koala
4. De snelheid van de rolstoel wordt traploos geregeld door de bedieningshen-
del in meer of mindere mate naar voren resp. naar achteren te bewegen.
Dankzij de elektronica van de rolstoel is het mogelijk om stapvoets over
randen te rijden. U kunt tot aan de rand rijden en er vervolgens
voorzichtig over heen rijden.
Als u van een obstakel of een steile heuvel afrijdt, moet u langzaam rijden
en zachtjes remmen. De maximumsnelheid moet laag zijn ingesteld. U kunt
zachtjes remmen door de bedieningshendel naar achteren te trekken tot
vlak voor de neutrale stand. Als de snelheid is afgenomen, kunt u de hendel
helemaal loslaten.
Let op! De rolstoel rijdt met een verminderde snelheid als de zitting is verhoogd.
U kunt alleen met volle vaart rijden als de zitting zich in de laagste stand bevindt.
Een verhoogde zitting verhoogt het zwaartepunt, met een groter
omkantelingsgevaar als gevolg. Gebruik de stoellift daarom alleen op een
vlakke ondergrond en niet in een heuvelachtig gebied.
Besturen
Door de bedieningshendel tijdens het rijden naar links of naar rechts te
bewegen, draait de rolstoel in de gewenste richting.
Afbeelding 26. Besturen
40
Gebruik