3. Machine- en bedieningselementen
3
5
2
38
Bevestigingsgordel
Voor het laden van de machine en inhaken van
het touw bij werken op hellingen dient een laad-
riem rond de stuurbuis te worden gelegd – de
stuur-instelhendel niet mee wikkelen.
Controleer de bevestigingsgordel op beschadigin-
gen, evt. vervangen!
Geen lastopnamemiddelen met scherpe kanten
gebruiken (bv. scherpe haken, ogen enz.)!
Nooit onder hangende ladingen lopen of blij-
ven staan. Levensgevaar!
Bevestigingspunten
Voor het afslepen, opbergen en vastsjorren voor
een veilig transport, de bevestigingspunten
aan de aansluitflens en gewichtdragers gebruiken.
Stuurstang
Verstel de stuurstang nooit tijdens de
W
werkzaamheden – ongevalsrisico!
Stuurstang in hoogte verstellen
Draai de Vastklemmende hendel (5) zover los
totdat de blokkeerpallen vrij zijn.
Breng de stuurstang (A/4; C/4; E/4; G/4) op de
gewenste hoogte en laat deze in de passende pal
ingrijpen.
Draai de Vastklemmende hendel weer vast.
Stuurstang zijwaarts verstellen
De stuurstang kan uit zijn normale positie (midden
positie) ca. 30° naar links of naar rechts v ersteld
worden.
Instelhendel (2) naar boven draaien en daarbij
de stuurstang naar links of naar rechts in de ge-
wenste positie brengen.
Instelhendel naar beneden terugdraaien en
stuurstang enigszins heen en weer bewegen tot-
dat deze terugspringt.
Eenassige tractor agria 3400; 3400KL