Inhoudsopgave
Advertenties
9.
NIBP Monitoring
Voor de veiligheid van de patiënten en om de beste productprestatie en
accuraatheid te garanderen, dient u uitsluitend de manchetten en de slang
te gebruiken die geleverd werden bij de monitor, of accessoires aanbevolen
door Huntleigh Healthcare Ltd Service Department. Het gebruik van andere
manchetten of slangen kan inaccurate resultaten tot gevolg hebben.
Een verkeerde toepassing of gebruik van de manchet kan inaccurate metingen
tot gevolg hebben, zoals het te los plaatsen van het manchet op de patiënt, het
gebruik van de verkeerde manchetgrootte, of het niet plaatsen van het manchet
op hetzelfde niveau als het hart, lekkende manchet of slang en overmatige
beweging van de patiënt.
Zorg dat patiënten bewaakt worden tijdens de monitoring. Hoewel
onwaarschijnlijk, is het mogelijk dat gestraalde elektromagnetische signalen van
bronnen extern van de patiënt en monitor inaccurate meetwaarden opleveren.
Steun niet volledig op de Smartsigns
Compact 300 meetwaarden voor de
®
beoordeling van de patiënt.
De Smartsigns
Compact 300 is niet bedoeld voor diagnostische behandeling.
®
Gebruik andere diagnose-apparatuur om de veiligheid van de patiënt te
garanderen.
Overmatige patiëntbewegingen kunnen inaccurate metingen van niet-invasieve
bloeddruk veroorzaken. Zorg dat er geen beweging is van de patiënt, wat een
invloed kan hebben op de bloeddrukmetingen.
De bloeddrukmanchet mag niet worden toegepast op dezelfde lichaamsdeel als
dat waaraan een SpO
-sensor is bevestigd, aangezien manchetinflatie de SpO
-
2
2
monitoring zal verstoren.
Controleer het lichaamsdeel van de patiënt waarop het manchet wordt toegepast
om zeker te stellen dat de bloedsomloop niet belemmerd wordt. Een belemmering
van de bloedsomloop kan worden vastgesteld aan een verkleuring van het
lichaamsdeel. Deze controle moet naar eigen goeddunken van de arts worden
uitgevoerd op regelmatige tijdstippen, op basis van de omstandigheden van
de specifieke situatie.
In sommige gevallen werd een snelle langdurige schakeling van een bloeddruk
monitormanchet geassocieerd met een of alle van de volgende aandoeningen:
ischemie, purpura of neuropathie. Breng de manchet op gepaste wijze aan
volgens de instructies en controleer regelmatig de locatie van het manchet en het
lichaamsdeel wanneer de bloeddruk wordt gemeten met regelmatige tussenpozen
of over langdurige perioden.
Plaats het manchet nooit op een lichaamsdeel dat wordt gebruikt voor
intraveneuze infusie of een gebied waar de bloedsomloop wordt belemmerd of
mogelijk belemmerd kan worden. Plaats nooit Luer Lock-adapters op het NIPB-
systeem die aangesloten kunnen worden op IBP- of injectiesystemen.
Zoals met alle automatisch opblaasbare bloeddruktoestellen, kan een continue
manchetmeting letsel veroorzaken bij de patiënt die bewaakt wordt.
Tijdens het gebruik op patiënten dient u ervoor te zorgen dat geen zware
voorwerpen op de slang worden geplaatst. Vermijd het krimpen, buigen,
verdraaien of verstrikt raken van de slang.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
