Situatie/Probleem
Geen weergave van snelheid/
toerental
De console wordt uitgescha-
keld (slaapstand) tijdens het
gebruik
Het toestel schommelt/staat
niet gelijk
Losse pedalen
Klikgeluid bij het trappen
Rammelend of knarsend ge-
luid tijdens het trappen/moei-
lijk trappen op het toestel
Bewegen van de zadelpen
Te controleren
Controleer de integriteit van
de datakabel
Controleer de aansluitingen
van de datakabel
Controleer de positie van de
magneet (hiervoor moet de
klep van de kettingkast wor-
den verwijderd)
Controleer de toerentalsensor
(hiervoor moet de klep van de
kettingkast worden verwijderd)
Controleer de integriteit van
de datakabel
Controleer de aansluitingen/
oriëntatie
van de datakabel
Controleer de positie van de
magneet (hiervoor moet de
klep van de kettingkast wor-
den verwijderd)
Controleer de toerentalsensor
Controleer de afstelling van de
stelpootjes
Controleer de vloer onder het
toestel
Controleer de aansluiting tus-
sen het pedaal en de crank
Controleer de aansluiting tus-
sen de crank en de as
Controleer de aansluiting tus-
sen het pedaal en de crank
Controleer de spanning van
de ketting (hiervoor moet de
klep van de kettingkast wor-
den verwijderd)
Controleer de borgpen
Controleer de verstelknop
Oplossing
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang
de kabel als u vaststelt dat er draden gekrompen of
doorgesneden zijn.
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten.
De magneet moet op de kettingwielaandrijving beves-
tigd zijn.
De toerentalsensor moet met de magneet gelijk wor-
den gezet en met de datakabel zijn aangesloten. Ver-
plaats de sensor indien nodig. Vervang de sensor als u
schade vaststelt aan de sensor of de aansluitdraad.
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang
de kabel als u vaststelt dat er draden gekrompen of
doorgesneden zijn.
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed geori-
enteerd is.
De magneet moet op de kettingwielaandrijving beves-
tigd zijn.
Neem contact op met uw lokale distributeur voor ver-
dere hulp.
De stelpootjes kunnen omhoog of omlaag worden
gedraaid om de fiets gelijk te zetten.
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet
voldoende in het geval van een extreem oneffen vloer.
Verplaats de fiets naar een effen ruimte.
Het pedaal moet stevig op de crank zijn gedraaid.
Controleer of de aansluiting niet verkeerd is vastge-
schroefd.
De crank moet stevig op de as zijn gedraaid.
Verwijder de pedalen. Controleer of de schroefdraad
niet vuil is en monteer de pedalen opnieuw
Open de klep van de kettingkast om de ketting te zien.
De ketting mag niet te los (of te strak) zitten. Neem
contact op met uw lokale verdeler voor hulp.
Controleer of de verstelpen in een van de afstelgaten
van de zadelpen zit.
Zorg dat de knop stevig is aangedraaid.
23