• De modelhelikopter is bedoeld voor gebruik binnenshuis, maar kan bij geschikte weer- en windomstan-
digheden ook buitenshuis worden gebruikt.
• Vanwege de veiligheid en goedkeuring is het niet toegestaan dit product eigenhandig om te bouwen en/
of te veranderen.
• Het apparaat is geen speelgoed en is niet geschikt voor kinderen jonger dan 16 jaar.
• Het product mag niet vochtig of nat worden.
• Gelieve u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub te wenden als u nog niet genoeg kennis
heeft voor het gebruik van afstandsbediende modelbouwproducten.
• Laat verpakkingsmateriaal niet rondslingeren; dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Als u vragen hebt die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing kunnen worden beantwoord, dan
kunt u contact met ons (zie voor contactgegevens hoofdstuk 1) of met een andere specialist opnemen.
• De bediening en het gebruik van afstandsbediende modelhelikopters moet geleerd worden! Als u nog
nooit een dergelijk model bestuurd heeft, moet u heel voorzichtig beginnen en u eerst vertrouwd maken
met de reacties van het model op de commando's van de afstandsbediening. Wees alstublieft geduldig!
b) Vóór de ingebruikname
• Kies een geschikte ruimte met voldoende plaats om uw model te bedienen. Voor de eerste pogingen on
te vliegen moet de afstand tussen het model en de wanden of objecten zo groot mogelijk zijn.
• Houd u bij het inschakelen van de modelhelikopter aan de hieronder in een apart hoofdstuk beschreven
procedure. Alleen op deze manier kan afstemming tussen afstandsbediening en ontvanger plaatsvin-
den, opdat uw model betrouwbaar reageert op de commando's van de afstandsbediening.
• Zorg ervoor dat er geen andere modellen worden gebruikt binnen het bereik van de afstandsbediening
op dezelfde 2,4 GHz-band (zendfrequentie). Controleer altijd of gelijktijdig gebruikte 2,4 GHz zendinstal-
laties uw model niet storen.
• Controleer de technische veiligheid van het model en de afstandsbediening. Let op zichtbare schade
zoals bijv. gebroken rotorbladen, defecte stekkerverbindingen of beschadigde kabels. Alle beweegbare
onderdelen van het model moeten soepel werken, maar mogen geen speling in de lagers vertonen.
• De voor de werking noodzakelijke vliegaccu moet voor gebruik worden opgeladen.
• Controleer of de batterijen in de zender nog voldoende capaciteit hebben (let op de batterij-indicator in
het display van de zender). Als de batterijen leeg zijn, moeten steeds alle batterijen worden vervangen,
dus nooit afzonderlijke batterijen.
7