16. Landen van de helikopter
Net als bij het starten van de helikopter hebt u twee mogelijkheden om uit te kiezen bij het landen.
1) Automatische landing
Terwijl de helikopter zweeft drukt u kort op de knop voor de landen-/stoppen-functie (zie ook afbeelding 16, pos. 9).
De helikopter zal dan de snelheid van de hoofdrotor zodanig verlagen dat deze hoogte verliest en automatisch landt.
Tijdens de landingsprocedure is de helikopter nog steeds bestuurbaar en kan het landingspunt indien nodig worden
gecorrigeerd. De rotoren blijven nadat de helikopter geland is automatisch stilstaan. Tijdens de automatische landing
knipperen de LED's op de helikopter.
Let erop dat bij de landing zich geen hindernis onder het model bevindt, waar de modelhelikopter tijdens het dalen
tegenaan kan botsen.
Opgelet, belangrijk!
De automatische landing kan op elk moment worden afgebroken. Hiervoor is het voldoende om de stuur-
knuppel voor de pitch-staartfunctie (zie afbeelding 16, pos. 11) kort omhoog te bewegen. De helikopter zal
dan niet meer verder dalen, maar op de bereikte hoogte blijven zweven.
2) Handmatige landing
Beweeg de stuurknuppel voor de pitch- en staartfunctie (zie afbeelding 16, pos. 11) naar beneden, zodat de helikopter
langzaam hoogte verliest. Als de helikopter weer op het landingsgestel staat, houdt u de stuurknuppel in de laagste
positie totdat de rotoren stoppen.
24