14-ALARMEN
SIGNALERING VAN ALARMEN
Wanneer er zich een werkingsstoring voordoet, gaat de kachel over naar uitschakeling wegens alarm en informeert de gebruiker over de
aard van het defect dat zich heeft voorgedaan via een code met 3 cijfers, die op het noodpaneel aan de achterkant weergegeven blijft.
Het alarm wordt permanent gemeld door de betreffende driecijferige code, door een rood knipperend controlelampje dat altijd op het
noodbedieningspaneel verschijnt en, gedurende de eerste 10 minuten, door een periodieke geluidssignalering. Om de kachel uit de
alarmstatus te laten komen en de gewone werkstatus van de kachel te herstellen, dient u de aanwijzingen te lezen die in de volgende 2
paragrafen staan. De volgende tabel beschrijft de mogelijke alarmen die door de kachel worden gemeld en die aan de respectievelijke
codes toegekend zijn die op het noodpaneel verschijnen, alsook handige tips om het probleem op te lossen.
TEKST OP HET DISPLAY
A01
A02
A03
A05
A07
A08
A09
A19
50
AARD VAN HET PROBLEEM
De vlam gaat niet aan
Het vuur gaat op abnormale wijze uit
Oververhitting van het frame door
onvoldoende warmte-afvoer.
Drukschakelaar
Deur kachel open
Slechte werking van de rookgasventilator.
Temperatuur van de rookgassen te hoog of
rookgassensor kapot.
Brandstofvulklep open
OPLOSSING
Controleer het niveau van de pellets in het reservoir
Controleer of de vuurpot correct in zijn zitting is geplaatst
en of er geen aangekoekte resten of onverbrande pellets
zijn.
Controleer of de bougie warm wordt.
Maak de vuurpot eerst leeg en zorgvuldig rein vooraleer
opnieuw in te schakelen..
Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot goed op zijn plaats zit en geen
duidelijke onverbrande, aangekoekte resten bevat
Wacht tot de afkoelfase voorbij is, annuleer het alarm en
maak de kachel weer aan door de brandstoflading op de
laagste stand te zetten (INSTELLINGSMENU - Pelletrecept)
en de snelheid van de ventilator te verhogen (knop A).
(V1-V5). Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met
de servicedienst.
Drukschakelaar Moeilijke trek en verstopping van de
vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door aangekoekt vuil
en maak hem eventueel schoon.
Controleer het rookkanaal en de luchtinlaat en maak ze
eventueel schoon.
Sluit de deur
Controleer of de vuurpot geen duidelijke onverbrande,
aangekoekte resten bevat. Als het alarm aanhoudt, neemt
u contact op met de servicedienst.
Wacht tot de afkoelfase voorbij is, annuleer het alarm en
maak de kachel weer aan door de brandstoflading op de
laagste stand te zetten (par. 5.4.4) en de snelheid van de
ventilator te verhogen (par. 5.4.5). Als het alarm aanhoudt,
neemt u contact op met de servicedienst.
Sluit de klep Verlaag het niveau van de pellets in de
voorraadbak