Meldingen
Meldingen
Sensor- en Busfouten
Afhankelijk van de programmering kunnen in het menu „Meldingen" ook sensorenfouten en foutieve
CAN-
en
DL-ingangen
waarschuwingsdriehoek in de statusbalk weergegeven.
Door het aantippen van de waarschuwingsdriehoek komt men in het menu „Meldingen". Hier worden
de foutieve ingangen weergegeven.
Voorbeeld:
De sensor 1 geeft een onderbreking (sensordefect of kabelonderbreking) door de weergave 9999,9°C
aan. Bij weergave van -9999,9°C heeft de sensor of de sensorkabel een kortsluiting.
Melding wissen
In het parametermenu kan de melding worden gewist. Het wissen van de melding is pas mogelijk,
zodra de meldingsoorzaak wegvalt.
Alleen meldingstype „Storing": Voor het resetten van externen voorzieningen staat een eigen variabele
„Storing ontgrendelen" ter beschikking. Met „Storing ontgrendelen" (in het parametermenu) wordt een
drie seconden lange AAN-impuls gegenereerd, ongeacht of de meldingsoorzaak nog bestaat of niet.
Treedt na de impuls de voorwaarde niet meer op, wordt tegelijkertijd ook de melding gewist. Deze
impuls kan in de programmering verder gebruikt worden en heeft daarom verschillende
functionaliteiten.
46
weergegeven
worden.
Zulke
fouten
worden
Sensorweergave is
rood omrand= fout
door
de
rechter