Montagehandleiding
Technische gegevens
Alle ingangen
Ingangen 3, 4
Uitgang 1
Uitgangen 2 - 3
Uitgangen 4 - 5
Max. buslast (DL-Bus)
CAN- Bus
Verschiltemperaturen
Drempelwaardes
Temperatuur-meetbereik
Nauwkeurigheid
temperatuur
Nauwkeurigheid
weerstandsmeting
Nauwkeurigheid spanning
Nauwkeurigheid uitgang
0-10V
Max. schakellast
Zekering
Bescherming
Beschermingsklasse
Toelaatbare
omgevingstemperatuur
20
Temperatuursensoren van het type PT1000, KTY (2 kΩ/25°C), KTY
(1 kΩ/25°C), PT100, PT500, Ni1000, Ni1000TK5000 en
ruimtesensoren RAS cq. RASPT, stralingssensor GBS01,
Thermoelement THEL, vochtsensor RFS, regensensor RES01,
impulsen max. 10 Hz (bv. voor volumestroomgever VSG), spanning
tot 3,3V DC, weerstand (1-100kΩ) en als digitale ingang
aanvullend spanning 0-10V DC (Jumperpositie in acht nemen)
Relaisuitgang, met wisselcontact
Relaisuitgangen, met maakcontact
Analoge uitgangen 0-10V (max. 20mA) of PWM (10V/1kHz) of
uitbreidingsmogelijkheid als schakeluitgang met hulprelaismodules
100 %
Standaard busrate 50 kbit/s, instelbaar van 5 tot 500 kbit/s
met gescheiden in- en uitschakeldifferentie
met gescheiden in- en uitschakeldifferentie of met vaste hysterese
PT100, PT500, PT1000: -200,0°C tot + 850°C met een resolutie van
0,1K
alle andere temperatuursensoren: -49,9°C tot +249,9°C met een
resolutie van 0,1K
typ. 0,4K, max. ±1K in bereik van 0 - 100°C voor PT1000-sensoren
max. 1,6% bij 100kΩ (Meetgrootheid: Weerstand, Procesgrootte:
Weerstand)
typ. 1%, max. 3% van het maximale meetbereik van de ingang
max. -2% tot +6%
Relaisuitgangen : je 230V / 3A
Relaisuitgangen totaal afgezekerd met 3,15A traag)
IP40
II – geïsoleerd
+5 tot +45°C