5. Spleetmaten controleren, zie Hoofdstuk 9.9 „Spleetmaten
controleren", pagina 18.
6. Loopwielbevestiging, loopwiel en pasveer demonteren.
7. Pompbehuizing verwijderen.
8. Als de spleetmaat niet klopt:
►
spleetmaat met geschikte compensatieplaten instellen.
9.10.2 Dichtingen monteren
De in de pomp gebruikte asafdichting is aan de „Ordergebon-
den documenten" toegevoegd in de vorm van een „doorsnede
van de asafdichting" en „onderdelenlijst".
De onderdeelnummers in dit hoofdstuk beantwoorden aan DIN
24250.
Hierna wordt de montage van standaard-asafdichtingen met
toepassingen A tot J beschreven. Uw specifieke uitvoering kan
hiervan afwijken.
Bij onduidelijkheid of vragen raadpleegt u a.u.b. Fristam.
Toe-pas-
Asafdichting
sing
A
enkel
B
enkel
C
enkel
D
enkel
E
enkel
F
enkel
G
dubbel
H
dubbel
I
dubbel
J
dubbel
Tabel 6 Standaard asafdichting
Maat
10/15 (balg)
15 (zonder GLRD-behuizing)
15/17/20
22
25
27
17/20
22
25
27
Toepassing A
475
412.55
472
II
Fig. 34
Toepassing A
Op de bovenstaande figuur zijn de onderdelen samengevat op
basis van de montagestappen:
I
Pompbehuizing voormonteren
II
Montage op de as afsluiten
Om de pompbehuizing voor te monteren (I):
1. Tegenring (475) van ronde dichting (412.55) voorzien.
2. Tegenring in de pompbehuizing (101) plaatsen.
Aanwijzing: de tegenring moet zo ingebouwd worden dat
de kleinere buitendiameter zich aan de kant van de glijdring
bevindt.
De pompbehuizing is nu voorgemonteerd.
3. Voorgemonteerde pompbehuizing (101) over de as schui-
ven en met de lantaarn verbinden, zoals beschreven in
Hoofdstuk 9.10.3 „Pompbehuizing monteren", pagina 26.
Om de montage op de as af te sluiten (II):
4. Balg (472) op de as schuiven. De glijdring is in de balg geïn-
tegreerd.
5. Einde van de montage van de asafdichting door het aan-
brengen van het loopwiel, zie Hoofdstuk 9.10.4 „Loopwiel
monteren", pagina 27.
101
I
19