/ / FZ-POMPENREEKS / / /
8. Borgplaat en lagermoer op de as zetten en lagermoer aan-
halen.
9. Pompas met lagering terug in de lantaarn drukken.
10. Lagerdeksel monteren (32).
9.5.4
Model FZ 27
Model FZ27 heeft geen extra aslager en hoeft dus niet te wor-
den gesmeerd.
9.6
Motor vervangen
Speciale motor
1. Motor uitschakelen en tegen herinschakeling beveiligen.
2. Pompkop demonteren (zie Hoofdstuk 9.8 „Pompkop demon-
teren", pagina 17).
3. Speciale motor vervangen.
4. Indien nodig glijdringdichting vervangen en pompkop mon-
teren (zie Hoofdstuk 9.10 „Pompkop monteren", pagina 18).
IEC-normmotor, bij bouwvorm K en KF
1. Motor uitschakelen en tegen herinschakeling beveiligen.
2. Motor van compactlagersteun of compactlagersteun met
voet verwijderen.
3. Motor op een milieuvriendelijk manier verwijderen. Zie
Hoofdstuk 2.6.5 „Elektrisch en elektronisch schroot verwijde-
ren", pagina 5.
4. Pasveer van de oude motor in de nieuwe motor plaatsen.
5. Motor op compactlagersteun of compactlagersteun met
voet vastschroeven.
IEC-normmotor bij bouwvorm L
1. Motor uitschakelen en tegen herinschakeling beveiligen.
2. Koppelingsbeveiliging demonteren.
3. Motor losmaken van basisframe of fundament.
4. Koppelingsdelen van de motor demonteren.
5. Motor op een milieuvriendelijk manier verwijderen. Zie
Hoofdstuk 2.6.5 „Elektrisch en elektronisch schroot verwijde-
ren", pagina 5.
6. Koppelingsdelen op de reservemotor monteren (bij koppe-
lingsvervanging te werk gaan zoals onder Hoofdstuk 9.12
„Bouwvorm L: koppeling vervangen", pagina 28).
7. Reservemotor op basisframe of fundament plaatsen.
8. Middenverplaatsing en hoekverplaatsing van de assen con-
troleren.
Fig. 26
Middenverplaatsing
16
Fig. 27
Hoekverplaatsing
9. Afwijkingen van hoek- en middenverplaatsing zo klein mo-
gelijk houden. Indien nodig assen opnieuw uitrichten.
10. Motor op basisframe of fundament schroeven.
11. Koppelingsbeveiliging monteren.
IEC-normmotor bij model FZ 27
1. Motor uitschakelen en tegen weer inschakelen beveiligen.
2. Pompkop demonteren (zie Hoofdstuk 9.8 „Pompkop demon-
teren", pagina 17).
3. Lantaarnstuk van motor verwijderen.
4. As demonteren.
5. Motor vervangen.
6. As monteren en uitlijnen (zie Hoofdstuk 9.11 „Model FZ 27:
Pompas monteren en uitlijnen", pagina 27).
7. Lantaarnstuk monteren.
8. Speling controleren (zie Hoofdstuk 9.9 „Spleetmaten controle-
ren", pagina 18).
9. Glijringafdichting vervangen en pompkop monteren (zie
Hoofdstuk 9.10 „Pompkop monteren", pagina 18).
9.7
Asafdichting vervangen
De asafdichting moet vervangen worden als:
– pompmedium, sper- of quenchvloeistof op de atmosfeerzij-
de uit de pomp ontsnapt.
– spervloeistof in het pompmedium stroomt.
Procedure
1. Pompkop demonteren (zie Hoofdstuk 9.8 „Pompkop demon-
teren", pagina 17).
2. Glijdringdichting vervangen en pompkop monteren (zie
Hoofdstuk 9.10 „Pompkop monteren", pagina 18). Daarbij af-
hankelijk van de asafdichting:
►
Dichtingen voormonteren op de as.
►
Pompbehuizing voormonteren.
►
Pompbehuizing op lantaarn monteren.
►
Glijdringdichting monteren.
►
Loopwiel monteren.
►
Pompdeksel vastschroeven.