Inhoudsopgave
Advertenties
7.3
Werking observeren
Tijdens het bedrijf de volgende punten in acht nemen:
– Beschadiging van de asafdichting: de regeling van het
pompvermogen via de klep op de aanzuigzijde kan bescha-
diging van de pomp en de asafdichtingen veroorzaken. De
regeling van het pompvermogen uitsluitend uitvoeren met
de klep op de drukzijde.
– Beschadiging van het transportmedium: als de klep in de
drukleiding tijdens het bedrijf plotseling of gedurende lan-
gere tijd wordt gesloten, kunnen er drukslagen optreden in
de pomp, waardoor schade aan de pomp en/of het trans-
portmedium veroorzaakt kan worden.
– Beschadiging van de pomp: een overschrijding van het ver-
mogen kan beschadiging van de pomp en de asafdichtin-
gen tot gevolg hebben. Het maximale toerental mag 1.750
1/min niet overschrijden.
– Beschadiging van de motor bij gebruik met frequentie-om-
vormer (FO): een te laag toerental heeft bij FO-motoren een
oververhitting tot gevolg. Zie de documentatie van de mo-
torleverancier" bij de bijgevoegde documenten.
7.4
Werking beëindigen
1. Motor uitschakelen.
2. Klep in de aanzuigleiding sluiten om ter vermijden dat de
pomp leegloopt.
3. Klep in de drukleiding openen.
7.5
Pomp buiten werking stellen
1. Motor uitschakelen.
2. Klep in de aanzuigleiding sluiten.
3. Klep in de drukleiding sluiten.
4. Pomp spanningvrij schakelen.
5. Pomp legen.
6. Pomp reinigen, zie Hoofdstuk 6.7 „Reiniging", pagina 12
7. Pomp drogen.
8. Binnenkant van de pomp beschermen tegen vochtigheid,
bijvoorbeeld met silicagel.
9. De pijpaansluitingen met deksels sluiten om het binnendrin-
gen van vuil en vreemde voorwerpen te vermijden.
10. Verdere handelingsstappen vindt u in Hoofdstuk 5 „Bewa-
ring", pagina 9.
7.6
Reiniging tijdens het bedrijf
7.6.1
CIP-procédé
De pompen van de FZ-reeks zijn geschikt voor het CIP-procédé
(Cleaning In Place). De volgende richtwaarden gelden voor het
CIP-procédé:
Voorbeeld van een reinigingsprocedure
1. Voorspoelen met water
2. Loogspoeling met natronloog (NaOH, Tabel 3 „CIP-reini-
ging").
3. Tussenspoelen met water
4. Zuurspoeling met salpeterzuur (HNO
ging").
5. Spoelen met zuiver water
Medium
NaOH (ca. 1– 2 %)
HNO
(ca. 1 %)
3
Tabel 3 CIP-reiniging
Bij de reiniging moet een voldoende hoge stromingssnelheid
bereikt worden. Voorwaarden daarvoor zijn:
– Verschildruk van de pomp 2 – 3 bar,
– voldoende grote pomphoeveelheid door een passende
pompmaat en pijpleidingdoorsnede.
Bij afwijkende waarden, wendt u zich tot Fristam.
7.6.2
SIP-procédé
Voor het SIP-procédé (Sterilisation in Place) is de FZ-pompen-
reeks alleen na afspraak met Fristam geschikt.
De geschiktheid is afhankelijk van de keuze van de elastomeren.
Procestemperatuur maximaal 145°C.
De temperaturen bij ATEX kunnen afwijken, zie bijkomende
ATEX-gebruikershandleiding onder "Temperatuurgrenzen".
8 Storingen
Voor storingen, mogelijke oorzaken en remedies zie
Hoofdstuk 10.3 „Storingstabel", pagina 30.
8.1
Veiligheidsaanwijzingen
►
Verbrandingsgevaar: door het transport van heet pompme-
dium kan de pomp sterk worden verhit. Controleer de tem-
peratuur voor u de pomp aanraakt.
Achteruit lopende pomp ondanks Nood-uit: bij een nooduit-
►
schakeling kan de pomp door het transportmedium in de
drukleiding achteruit blijven lopen. Terugslagklep inbou-
wen.
, zie Tabel 3 „CIP-reini-
3
Procestemperatuur [°C]
80 – 85
60 – 65
13
Advertenties
Inhoudsopgave
