/ / FZ-POMPENREEKS / / /
Maten
20
22
25
27
Tabel 2 Maten
Aanwijzing: bij levering van de pomp zonder motor (optie) eerst
Hoofdstuk 11 „Bijlage 2 – Montagehandleiding (optie)", pagina 34
lezen.
4 Transport
Het transport mag alleen uitgevoerd worden door geschoold
personeel.
De pomp kan met transportwagens of een kraan getranspor-
teerd worden.
De pomp altijd in inbouwpositie transporteren.
4.1
Veiligheidsaanwijzingen
►
Letselgevaar door vallende of niet beveiligde onderdelen.
– Alleen geschikte transport- en bevestigingsmiddelen ge-
bruiken. Informatie over het gewicht van de pomp vindt
u op het typeplaatje en onder „Ordergebonden documen-
ten" in de bijgevoegde documenten.
– Pomp voor het transport beveiligen tegen omvallen.
Met transportriemen op de pallet bevestigen of pomp
op de pallet vastschroeven.
– De pomp niet langer dan nodig op opgetilde positie la-
ten.
►
Beschadiging van de pomp door verontreinigingen, schok-
ken of vochtigheid.
– Afdekkingen van de pijpaansluitingen pas direct voor de
aansluiting op de pijpleidingen verwijderen.
4.2
Met transportwagens transporteren
Voorbereiding
►
Controleren of de pomp op het pallet voldoende bevestigd
is.
Procedure
1. De pallet met de vork van het transportwagen opnemen.
2. De pallet voorzichtig naar de plaats van bestemming rijden
en neerzetten.
8
Fig. 14
Transport met transportwagen
4.3
Transport met kraan
Vallende delen
Dood door verplettering, geklemd raken van ledematen, materi-
ele schade.
Pomp niet aan de ringschroeven aan de motor en de pomp-
►
behuizing transporteren, daar deze ringschroeven niet ge-
schikt zijn om het volledige gewicht te dragen.
►
Alleen bevestigingsmiddelen gebruiken, die geschikt zijn
voor het totale gewicht van de pomp.
►
Er mogen geen personen aanwezig zijn onder de pomp.
Slingerende delen
Kneuzingen en zware letsels.
►
Kraan met pomp gelijkmatig verplaatsen en stoppen.
►
Er mogen geen personen aanwezig zijn in de gevarenzone
van de pomp.
Hulpmiddel
Bevestigingsmiddelen: gekeurde lussen volgens DIN EN1492-1
en 1492-2.
Voorbereiding
Transportbeveiligingen verwijderen.
►
Procedure
1. Lus tweemaal rond het achterste uiteinde van de motor leg-
gen. Niet over de ventilatorkap leggen (zie Fig. 15 „Transport
met kraan", pagina 9).
2. Het andere uiteinde van de lus tussen lantaarn en pompbe-
huizing leggen. Ronde lus daarbij niet op scherpe hoeken en
randen leggen.
3. Beide lussen 180° verdraaid in de kraanhaak hangen, zodat
deze niet kunnen verschuiven.
4. Bij dubbele asafdichting:
Let op: lus drukt op sperwaterbuisjes. Materiële schade aan
dubbele asafdichting.
►
Ronde lus langs de sperwaterpijpjes leiden.