5.3.4 Machine verlaten
(1) De hendel voor werk- en extra hydrauliek vergrendelen
(1-2/1 en 1-2/2).
(2) Accuhoofdschakelaar (8-31/2) uittrekken.
AANWIJZING
Als de machine voor langere tijd moet worden
weggezet, moeten de handelingen van hoofdstuk
3 (diefstalbeveiliging) worden uitgevoerd.
(3) Contactsleutel uitnemen en portieren sluiten.
5.4
Instellen van de bestuurdersstoel
5.4.1
Isri-stoel
(1) Met de hendel (5-9/2) de helling van de rugleuning
instellen of rugleuning omklappen.
(2) Trek de hendel (5-9/3) omhoog, om zithoogte en
hellingsniveau van de achterkant van de stoel in te stellen.
(3) Trek de hendel (5-9/4) omhoog om zithoogte en
hellingsniveau van de voorkant van de stoel in te stellen.
(4) De vering van de stoel kan met het wieltje (5-10/1) aan
het gewicht van de bestuurder (40 ... 130 kg) aangepast
worden.
(5) Stel met behulp van de draaiknop (5-9/1) de hoogte van
de armleuning in.
(6) Eventueel positie van de hendel voor werk- (4-7/8) en
extra hydrauliek (4-6/8) opnieuw bepalen.
(7) De bestuurdersstoel kan door het omhoogtrekken
van de beugel (5-10/2) en het gelijktijdig naar voren of naar
achteren schuiven van de stoel horizontaal aan de
beenlengte van de bestuurder worden aangepast.
5.4.2 Grammer-stoel
(1) Gewichtsinstellung:
Het gewicht van de bestuurder moet bij onbelaste bestuur-
dersstoel door draaien van de gewichtsinstelhendel ingesteld
worden. Het ingestelde bestuurdersgewicht kan in het-
venstertje afgelezen worden (5-11).
S160/S161/S165/Z162
1
2
3
4
Afbeelding 5-9
1
2
Afbeelding 5-10
Afbeelding 5-11
Bediening
5-9
5