Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Teach-Functie; Activering Van De Teach-Functie; Activering Van De Noodrijmodus (Bij Fout Gaspedaal); Activering Van De Noodrijmodus (Bij Ep-Magneet-Fout Hydromotor) - ahlmann AZ 150e Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.11.2 Teach-functie

4.11.2.1 Activering van de teach-functie

De teach-functie is nodig, om de minimale en maximale waarden na een vervanging van een potentiometer opnieuw
op te slaan in de rij-aandrijving-controller.
AANWIJZING
De motor van de machine moet onmiddellijk voor het inteachen van de potentiometers in bedrijf geweest
zijn, om via de remdruktank een inchsignaal te bereiken. Alle drie relevante potentiometers moeten
gelijktijdig worden afgesteld, ook al werd er maar een vervangen (gaspedaal, rem-inchpedaal en
potentiometer voor de snelheidsbeperking). Deze moeten zich alle in de nulstand (minimale waarde)
bevinden!
1. Contact inschakelen en de toets voor de teach-functie (4-8/21) ingedrukt houden. Zodra de regeleenheid
functioneert, brandt het storingslampje constant (4-10/3).
2. Als de regeleenheid functioneert (storingslampje »4-10/3« brandt constant), toets voor teach-functie (4-8/21)
loslaten.
3. Binnen de eerste 5 seconden na het loslaten van de toets voor teach-functie (4-8/21), voordat het storingslampje
(4-10/3) dooft en overgaat naar de knippermodus, een korte schakelimpuls met de toets voor teach-functie
(4-8/21) geven.
4. De teach-functie is nu voor het afstellen van de potentiometers geactiveerd. Het storingslampje (4-10/3) is nu
in de knippermodus en geeft aan, dat de regeleenheid klaar is voor het afstellen.
5. Alle drie relevante potentiometers moeten nu op hun maximale waarde worden afgesteld, ook als er maar een
werd vervangen. Hiertoe gaspedaal, rem-inchpedaal en potentiometer voor de snelheidsbeperking geheel
intrappen resp. tegen de rechtse aanslag draaien, dan weer loslaten resp. terugzetten.
6. Drie korte schakelimpulsen met de toets voor teach-functie (4-8/21) geven, om de waarden in de regeleenheid
op te slaan en het teach-proces af te sluiten.
7. Alle functies controleren en eventueel de procedure herhalen.

4.11.2.2 Activering van de noodrijmodus (bij fout gaspedaal)

1. Bij actieve gaspedaalfout na het bereiken van de voertuigstilstand rijrichtingschakelaar (4-7/3) eenmalig in
neutrale stand zetten.
AANWIJZING
De voertuigstilstand wordt herkend, als er een hydromotortoerental kleiner dan 50 omw/min
geregistreerd wordt. Vanaf dit tijdstip kan er een per parameter vastgestelde gaspedaal-
vervangingswaarde geactiveerd worden door bediening van de toets voor teach-functie (4-8/21).
2. Rijrichting (4-7/3) voorinstellen en gelijktijdig toets voor teach-functie (4-8/21) en gaspedaal (4-5/2) bedienen.
AANWIJZING
De rijsnelheid bij de standaardwaarde voor de gaspedaalvervangingswaarde (30%) bedraagt
-
in transmissietrap 1: ca. 1 km/h
-
in transmissietrap 2: ca. 6 km/h

4.11.2.3 Activering van de noodrijmodus (bij EP-magneet-fout hydromotor)

AANWIJZING
Bij een actieve EP-magneet-fout hydromotor blijft de hydromotoraansturing uitgeschakeld en een beperkt
rijden met een maximale pompaansturing van 40% wordt toegelaten. De feitelijke positie van de
hydromotor hangt af van de aard van de fout en de hydraulisch-mechanische randvoorwaarden.
-
De rijsnelheid bedraagt in vlak terrein in transmissiestand 1 ca 4 km/h.
-
Het rijden op een stijgende helling is maar heel beperkt mogelijk.
S160/S161/S165/Z162
Beschrijving
4
4-11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave