Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

De bedrijfsspanning en -frequentie staan op de typeplaat van de
regelaar vermeld. Controleer of de regelaar geschikt is voor de
netspanning waarop deze wordt toegepast.
Alle kabels/draden moeten via de Pg kabeldoorvoerwartels en
doorvoeren (IP65) aangesloten worden.
De maximale voorzekering staat vermeld op de typeplaat van de
regelaar.
Als de plaatselijke regels het voorschrijven dient een externe
werkschakelaar te worden gemonteerd.
Indien de PTC-weerstand/thermisch contact van de
motor is aangesloten, dient de in de fabriek
geplaatste draadbrug verwijderd te worden (aansluit-
Voorzichtig
klemmen T11-T21, T12-T22). Zie de installatie- en
bedieningsinstructies van de pomp voor een correcte
installatie van PTC weerstand/thermo schakelaars.
Op de 1-fase motoren dient een externe bedrijfscondensator te
worden aangesloten, en in bepaalde gevallen eveneens een
startcondensator. Nadere details kunnen worden gevonden in de
installatie- en bedieningsinstructies van de desbetreffende pomp.
Vlotterschakelaars die in een
explosiegevaarlijke omgeving gemonteerd
worden, moeten worden aangesloten via een EEx
barrière, bijv. Grundfos artikelnummer 96440300.
De EEx barrière mag niet in de
explosiegevaarlijke omgeving geïnstalleerd worden.
Apparaten die in explosiegevaarlijke omgevingen
worden toegepast dienen elk voor zich goedgekeurd
te zijn voor deze specifieke toepassing. Bovendien
moeten de kabels in de
explosiegevaarlijke omgeving aangebracht worden in
overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Vlotterschakelaars van hetzelfde type als degene
met het Grundfos productnummer 96003332 of
96003695, d.w.z. vlotterschakelaars met vergulde
N.B.
contacten die geschikt zijn voor lage spanningen en
stromen (40 V / 100 mA), dienen te worden toege-
past. Alle EEx-goedgekeurde vlotterschakelaars zijn
ook toepasbaar.
De vlotterschakelaars dienen te worden aangesloten als maak-
contacten, d.w.z. bruine en zwarte aders, indien vlotterschake-
laars van Grundfos met artklelnummers 96003332 of 96003695
worden toegepast.
Verklaring van de symbolen in afb.
pag.
26
Pos. Omschrijving
Vlotterschakelaar voor inschakelen van de
1
eerste pomp/uitschakelen algemeen.
Vlotterschakelaar voor inschakelen van de
2
volgende pomp.
3
Vlotterschakelaar voor storing hoog-niveau.
6
1
op pag.
25
en afb.
2
op
Klem-
nummer
11-12
21-22
31-32

4.2 Instelling

Parallel bedrijf met 3 vlotterschakelaars, pag.
Het CU 212 moduul bezit een 10-polige DIP-schakelaar in de
rechteronderhoek, zie afb. 6.
Tijdens het instellen van de DIP-schakelaar dient de
regelaar altijd tenminste 1 minuut uitgeschakeld te
Voorzichtig
zijn om tijdens het opstarten na veranderingen aan
de instellingen van de DIP-schakelaars een correcte
configuratie te verzekeren.
De instellingen van de DIP-schakelaars bieden de volgende
mogelijkheden:
keuze van de inschakelvertraging en automatische testrun
(schakelaar 4),
instellen van de uitschakelvertraging (schakelaar 5, 6 en 7),
keuze voor het automatisch resetten van storingen (schake-
laar 9),
keuze voor automatisch opnieuw inschakelen (schakelaar 10).
Afb. 6
Stel de DIP-schakelaars in zoals weergegeven in afb. 6.
Elke afzonderlijke schakelaar (1 tot en met 10) van de DIP-scha-
kelaar kan in de stand uit (OFF) of aan (ON) worden gezet.
De dipschakelaar mag niet op andere combinaties
worden ingesteld dan diegene die in dit hoofdstuk
N.B.
beschreven worden.
Stel de schakelaars 1 tot en met 10 als volgt in:
Schakelaars 1, 2 en 3, soort toepassing:
Wanneer de instelling van de DIP-schakelaar gewijzigd is,
dient de regelaar tenminste 1 minuut te worden uitgeschakeld!
Deze instelling bepaalt de daadwerkelijke soort
toepassing (parallel bedrijf met 3 vlotterschakelaars,
pag.
25
en 26).
Schakelaar 4, inschakelvertraging en automatische testrun
(alleen in het geval van batterij back-up):
Wanneer de instelling van de DIP-schakelaar gewijzigd is,
dient de regelaar tenminste 1 minuut te worden uitgeschakeld!
In deze stand wordt de inschakelvertraging willekeurig
ingesteld tussen 0 en 255 sec., nadat de voedings-
spanning wordt ingeschakeld wanneer het vloeistofni-
veau voldoende hoog is.
De automatische testrun wordt elke 24 uur uitgevoerd.
Nadat de voedingsspanning wordt ingeschakeld, zal de
pomp onmiddellijk inschakelen wanneer het vloeistofni-
veau voldoende hoog is.
Geen automatische testrun.
25
en 26.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave