AC/DC (wisselstroom/gelijkstroom) keuzeschakelaar:
De AC/DC keuzeschakelaar voor elektrodes en/of vlotterschake-
laars wordt ingesteld zoals is weergegeven in afb. 16.
Afb. 16
Bedrijf met elektrodes en
vlotterschakelaars:
Keuzeschakelaar in stand AC:
Het is mogelijk om 3 elektrodes
0 V
13-18 VAC
(1 als referentie-elektrode) en
2 vlotterschakelaars aan te sluiten.
AC 1
2
G
3
4
De regelaar geeft een signaal van
AC
DC
13 tot en met 18 VAC door.
Bedrijf met vlotterschakelaars:
Keuzeschakelaar in stand AC:
Het is mogelijk om 4 vlotterschake-
13-18 VAC
0 V
laars aan te sluiten.
De regelaar geeft een signaal van
13 tot en met 18 VAC door.
AC 1
2
G
3
4
AC
DC
Bedrijf met vlotterschakelaars:
Keuzeschakelaar in stand DC:
Het is mogelijk om 4 vlotterschake-
laars aan te sluiten. Kabels van
0 V
12 VDC
maximaal 100 meter lengte kunnen
tussen de regelaar en de vlotter-
AC 1
2
G
3
4
schakelaars worden aangesloten.
AC
DC
De regelaar geeft een signaal van
12 VDC door.
Indien de afstand tussen de regelaar en de put groter
is dan 20 meter is het niet raadzaam om elektrodes
te gebruiken, omdat dan problemen kunnen optreden
N.B.
met de signalen die teruggezonden worden naar de
regelaar. In zulke gevallen is het aan te raden om
vlotterschakelaars te gebruiken.
20
7.3 Bedieningspaneel
Volledig geregeld bedrijf, pag.
Afb.
17
geeft het bedieningspaneel van de CU 212 module weer.
1
CU 212
1
2
12
11
10
9
8
7
Afb. 17
Verklaring van de symbolen in afb. 17:
Pos.
Omschrijving
Groen signaallampje voor pomp 1 en 2, knippert tijdens
1
de inschakelvertraging en brandt continu tijdens bedrijf
van de pomp.
Rood signaallampje voor pomp 1 en 2 geeft een pomp-
storing wee.
2
Knippert: Storing in PTC weerstand/thermo schakelaar
Aan: Fout in de motorbeveiliging.
Rood signaallampje, geeft een verkeerde fasevolgorde
3
weer (alleen bij bepaalde uitvoeringen en driefasenpom-
pen).
4
Rood signaallampje, geeft een algemene storing weer.
Keuzeschakelaar ON-OFF-AUTO voor pomp 1, drie
5
standen, zie hoofdstuk 7.5.
Keuzeschakelaar ON-OFF-AUTO voor pomp 2, drie
6
standen, zie hoofdstuk 7.5.
Reset-knop, drukknop voor het handmatig resetten van
storingsmeldingen naar externe storingsmelders en de
7
ingebouwde zoemer (alleen bij bepaalde uitvoeringen),
zie hoofdstuk 7.5.
Oranje signaallampje, dat geactiveerd wordt door
8
de vlotterschakelaar voor het uitschakelen van de
laatste pomp.
Oranje signaallampje, dat geactiveerd wordt door
9
de vlotterschakelaar voor het uitschakelen van de één-
na-laatste pomp.
Oranje signaallampje, dat geactiveerd wordt door
10
de vlotterschakelaar voor het inschakelen van de eerste
pomp.
Oranje signaallampje, dat geactiveerd wordt door
11
de vlotterschakelaar voor het inschakelen van de
volgende pomp.
Groen signaallampje, dat aangeeft dat de netvoeding
12
ingeschakeld is.
31
en 32.
2 3 4
5
6
1
2