Installatie
Inbouw van meerdere
SmartLine-elementen
De voegen tussen de afzonderlijke
SmartLine-elementen moeten met een
temperatuurbestendige (min. 160 °C) si-
liconenkit worden gevuld. Bij vlakke in-
bouw moet ook de voeg tussen het/de
SmartLine-element(en) en het werkblad
met een temperatuurbestendige
(min. 160 °C) siliconenkit worden ge-
vuld.
De SmartLine-elementen moeten na de
inbouw van onderaf goed toegankelijk
zijn, zodat de bodemplaat voor onder-
houdsdoeleinden kan worden verwij-
derd. Als de SmartLine-elementen niet
van onderaf toegankelijk zijn, moet de
voegenkit worden verwijderd om de
toestellen te kunnen uitbouwen.
Combinatie met werkbladdampkap
Als het SmartLine-element in combina-
tie met werkbladdampkap wordt inge-
bouwd, moet eerst de werkbladdamp-
kap worden ingebouwd.
71