InVivoVue-software
Klik op het eerste punt om het kaliber te plaatsen en vervolgens op
het tweede punt, zodat een lijn tussen de twee punten ontstaat.
Om de lijn te verplaatsen, klikt u op de lijn en sleept u deze naar de
gewenste locatie. Om een uiteinde van de lijn te verplaatsen,
selecteert u het uiteinde en sleept u dit punt naar de gewenste
locatie, terwijl het andere punt op dezelfde plaats blijft. Voor het
verwijderen van één kaliber, opent u het kaliber-submenu, waarin
alle actieve kalibers een groen kader hebben, selecteert u het
kaliber dat u wilt verwijderen en wordt het vervolgens van het
scherm verwijderd.
LET OP
Kalibers zijn niet opgeslagen.
Kalibers zijn niet opgeslagen bij het onderzoek met EnFocus; ze
X
X
worden alleen op het scherm weergegeven als ze zijn
aangebracht.
LET OP
Beperkingen kalibermeting
Bij de axiale afmetingen van de kalibers wordt een
X
X
brekingsindex gebruikt van 1,38 (gemiddeld gezond
oog, hoornvlies tot netvlies) om de afmeting te bepalen.
Als een andere brekingsindex wordt gebruikt, worden
de axiale waarden onjuist.
Door de beeldverhouding van axiale ten opzichte van
X
X
laterale afmetingen lijken de gemeten hoek en
opgegeven hoek inconsistent doordat de
beeldverhouding niet 1:1 is.
De opgegeven meting is gebaseerd op een berekende
X
X
waarde, niet afgerond naar de optische resolutie van
een A-scan wat de grens van de meetnauwkeurigheid
aangeeft.
50
8.7.3
Als BIOM in het optische pad wordt geplaatst voor beeldvorming, lijnt de
functie BIOM Centration de OCT-scan en de microscoopvideo uit, zodat de
dynamische scanregeling (DSC) de locatie van de OCT-scan in het oog
nauwkeurig aangeeft.
BIOM Centration kan zodanig zijn geprogrammeerd dat het automatisch
wordt geactiveerd zodra BIOM voor de eerste keer wordt ingeschakeld
tijdens het onderzoek in de Workflow Options van de Preferences. De
functie kan ook handmatig vanuit het menu worden gebruikt. De functie
probeert te werken, maar wordt gedeactiveerd en later opnieuw gestart
als er een beweging van de microscoop of BIOM is. Tijdens de werking
wordt geen B-scan weergegeven, maar verschijnt een venster voor het
afbreken van de functie. Het duurt 20 - 30 seconden om te voltooien.
Als de BIOM aanzienlijk excentrisch is ten opzichte van de microscoopas of
als de lenshouder aanzienlijk is gebogen, kan de functie het systeem niet
correct uitlijnen en zal deze melden dat de centrering mislukt is. In dat
geval is er een afwijking tussen de DSC en de werkelijke scan. Ga naar
Quad View, zorg voor een rechthoekig volume en vergelijk de VIP met de
DSC voor de omvang van de afwijking. Houd tijdens het scannen rekening
met deze afwijking bij het positioneren van de scan om de afwijking te
compenseren. Overweeg na de operatie om de BIOM te laten nakijken.
LET OP
Beweging en foutieve uitlijning van BIOM.
X
X
X
X
X
X
X
X
8.7.4
Continu vastleggen van een volume gedefinieerd door het
scanpatroon en de scandichtheid. De scanvolgorde gaat naar het
begin na het verzamelen van het gespecificeerde aantal lijnen in de
scandichtheid. Selecteer tijdens Continuous Scan de scan-knop om
een enkel volume op te slaan of te bekijken of selecteer Abort om
het scannen te stoppen. De functie kan worden geactiveerd door te
selecteren onder Menu en dan Continuous Scan.
EnFocus OCT / 9054-10063_NL / Revisie K-02
BIOM Centration
Als BIOM niet is gecentreerd ten opzichte van de optische as van
de microscoop, geeft een draaiing van de BIOM het midden van
de onderste lens aan.
Aanbevolen wordt om de procedure te starten met BIOM in de
12-uur-positie ten opzichte van de operateur of de positie die de
operateur voor de BIOM wil hebben tijdens het grootste
gedeelte van de operatie.
Een beweging van meer dan 20 graden kan een afwijking
veroorzaken die de operateur zal opmerken. Activeer de BIOM-
centrering handmatig of noteer de afwijking.
Als BIOM tijdens de operatie wordt vervangen, is de uitlijning
voor de nieuwe BIOM waarschijnlijk niet correct. Activeer de
BIOM-centrering handmatig of noteer de afwijking.
Continuous Scan