Zo kan de gebruiker de bestanden los van de EnFocus bekijken zon-
der dat de gegevens moeten worden geëxporteerd. De locatie en
bestandsorganisatie kunnen worden ingesteld als de gebruikersrol
die van beheerder is; zie paragraaf 8.7.1 voor meer details.
Als Secondary Saving is geactiveerd, maar geen extern
medium is aangesloten, mislukt de InVivoVue-opslag en
verschijnt er een melding dat het secundaire-opslagmedium
niet aanwezig is.
Met View Options kan de gebruiker selecteren wat er te zien is. Het
Leica-logo kan van plaats worden veranderd (of verwijderd) door
selecteren van Watermark Position. De namen van patiënt en arts
worden weergegeven indien ingeschakeld. Met Auxiliary View wordt
bepaald, wat er wordt weergegeven op de externe HDMI-output.
Display Options
Regel de hoeveelheid en locatie van de axiale diepte die wordt
X
X
weergegeven in de B-scan door Custom Sample Range te
activeren. Schuif de regelaar Low van links naar rechts om
diepte aan de bovenzijde van het beeld uit te sluiten en regelaar
High van rechts naar links om lijnmonsters aan de onderzijde
van het beeld in of uit te sluiten.
Stel helderheid en contrast van het beeld in het B-scan-venster
X
X
in met de schuifregelaars.
Details van de Doppler Display Settings staan in de paragraaf
X
X
Doppler Scan bij Geavanceerde functies
Beheerdervoorkeuren
Als de gebruikersrol die van beheerder is, kan de gebruiker extra
configuraties selecteren en wijzigingen aanbrengen in de actieve
voorkeurset of alle voorkeursets via Save in het pull-down menu.
Procedure Options for Administrator (alleen beschikbaar voor
bevoegde rol) configureert, welke procedure moet worden gebruikt
als een aangesloten, communicerende microscoop in een bepaalde
toestand staat en definieert gedrag voor InVivoVue-procedures.
X Procedure Linked to microscoop-modus bepaalt de InVivoVue-
X Met Procedure Sequence bepaalt de gebruiker de volgorde van
X Met Auto Locate-locatie wordt bepaald waar (boven of in het
View Options for Administrator bevat de mogelijkheid om de
taal van de toepassing voor één of voor alle operateurvoorkeuren te
wijzigen.
Workflow Options for Administrator bevat de mogelijkheid om
te selecteren welke parameters worden geoptimaliseerd voor Auto
Brighten en welke optimalisatiefuncties actief worden door de
functie Auto Optimization (Auto Locate, Auto Brighten, en Auto
Sharpen zijn de opties).
EnFocus OCT / 9054-10063_NL / Revisie K-02
procedure die moet worden gebruikt voor "VR Mode Off", "VR
Mode On with BIOM In" en "VR Mode On with BIOM Out". Voor
deze opties verwacht de toestand van de BIOM een elektrisch
aangesloten BIOM en als een handbediende BIOM wordt
gebruikt is dit gelijk aan "VR Mode On with BIOM Out."
procedures van de procedure-knop na activering. Selecteer
een procedure en gebruik de links/rechts-pijl voor uitsluiten/
insluiten voor de volgorde; gebruik na het insluiten op/neer
om de schikking van de volgorde te bepalen.
midden) in de B-scan de Auto Locate-functie de scan voor elke
procedure positioneert.
InVivoVue-software
41