8.7
Geavanceerde functies
De functies in dit hoofdstuk worden gebruikt in specifieke situaties
en zijn niet dagelijks nodig.
8.7.1
InVivoVue-gebruikersrollen
De InVivoVue (IVV)-gebruikersrollen hebben verschillende
gebruikersklassen met toegang tot verschillende functies.
Er zijn twee gebruikersrollen beschikbaar.
Operatieassistent
De operatieassistent-rol is de standaard-gebruikersrol die actief is
als IVV wordt gestart. Deze geeft de gebruiker toegang tot alle
functies zoals hiervoor beschreven in deze handleiding.
Gebruikersrol met beheerdersbevoegdheid
Met de beheerdersrol zijn bepaalde gevoelige functies voor de
systeemconfiguratie en het wissen van patiëntgegevens mogelijk
alsmede toegang tot alle functies van de operatieassistent. Voor
toegang tot Administrator User, open Menu, selecteer Help en ten
slotte User Role. Wijzig vervolgens de gebruikersrol naar
beheerder, voer uw naam in en selecteer OK.
Selecteren van het secundaire-opslagpad
De beheerdersrol kan het pad veranderen waar secundaire
bestanden worden opgeslagen alsmede de organisatiestructuur
van deze bestanden. Deze opties worden bereikt door het
selecteren van Tools > Preferences, waarna het
voorkeurinstellingsvenster verschijnt waarin het Data Saving
Options -tabblad moet worden geselecteerd. Het rood
omcirkelde gedeelte betreft de functies die alleen in de beheerdsrol
beschikbaar zijn. Veranderen van "Save Path" verandert de locatie
waar bestandstypen worden opgeslagen die zijn geactiveerd als
secundaire opslagbestanden. De selectie "Path is relative to the
first found external drive" stelt het opslageenheiddeel van het pad
in als de eerste externe opslageenheidletter indien geactiveerd en
wordt een absoluut opslageenheidpad gedefinieerd in het
opslagpad indien gedeactiveerd. De selectie voor "Organize" regelt
de organisatie van bestanden in submappen in het opslagpad. Bij
elke selectie wordt een mappenstructuur aangemaakt onder het
hoofdopslagpad; bij meerdere selecties wordt een maphiërarchie
aangemaakt met datum onder patiënt die onder Site staat. Kies na
het uitvoeren van selecties Save Preferences to All om ze
definitief voor alle gebruikers te maken.
Wissen van onderzoekers of artsen met gekoppelde patiënten
De beheerdersrol kan onderzoekers of artsen wissen die zijn
gekoppeld aan onderzoeken. Geef de gebruiker de beheerdersrol en
ga dan naar Tools > Setup Examiners & Physicians.
Markeer de onderzoeker of operateur die moet worden gewist en
selecteer het tabblad Delete Examiner/Physician. Als er onderzoeken
zijn die zijn gekoppeld aan de onderzoeker/arts, wordt een venster
geopend waarin de onderzoeken aan een andere onderzoeker/arts
kunnen worden gekoppeld; gebruik het pull-down vak voor het
selecteren van de onderzoeker/arts waar de onderzoeken aan moeten
worden gekoppeld en selecteer OK. In een tweede venster wordt u
verzocht om te bevestigen dat u de onderzoeker/arts wilt wissen en
alle onderzoeken die aan die persoon zijn gekoppeld.
8.7.2
Met kalibers kan de afstand en de hoek tussen twee punten in de
scan worden gemeten. Kaliber kunnen op stationaire scans worden
geplaatst en zijn alleen actief op het frame waar ze worden
geplaatst. Kalibers kunnen op de B-scan of de VIP worden
geplaatst, dus de gebruiker moet kiezen welk type wordt gebruikt.
Het kaliber-submenu kan worden bereikt via het hoofdmenu.
X B-Scan Calipers opent het submenu voor het selecteren van het
X VIP Calipers opent het submenu voor het selecteren van het
X Configure Calipers opent het venster waar het kaliber kan
X Clear All verwijdert alle kalibers die actueel op het beeld
EnFocus OCT / 9054-10063_NL / Revisie K-02
Metingen op het scherm: kalibers
kaliber voor toepassing op de B-scan.
kaliber voor toepassing op de VIP. Zorg dat u in Quad- of
Engineering-weergave bent om het kaliber te kunnen plaatsen.
worden geconfigureerd voor het horizontaal, verticaal of vrij
(tegelijkertijd verticaal en horizontaal) meten.
aanwezig zijn.
InVivoVue-software
49