Inbedrijfstelling en onderhoud
8.4.3 Inbedrijfstellen van rechtstreeks aangedreven ventilatormodule
8.4.4 Onderhoud van rechtstreeks aangedreven ventilatormodule
70
•
Verwijder achtergebleven installatievuil en vreemde materialen van de waaier en de
zone van de luchtinlaat.
•
Controleer de motorbescherming op correcte instelling (zie ook de aparte
projectspecifieke documentatie en/of "Motorbescherming" op pagina 53).
•
Stel de motorbescherming voor Y
wanneer de fasestroom via de motorbeveiliging loopt, d.w.z. dat de
motorbescherming moet worden geïnstalleerd tussen de motorklemmenstroken U1,
V1, W1 en niet in de voedingsleiding achter de regeleenheid.
•
De parameter "Overmodulatie" mag niet worden ingeschakeld, aangezien de waaier
hierdoor defect kan raken.
Opmerking:
FläktGroup Deutschland GmbH aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid en
accepteert geen aanspraken op garantie in dergelijke gevallen.
•
Zorg er eveneens voor dat de ingestelde maximale frequentie de toegestane limiet
niet overschrijdt (zie informatieblad ventilator).
•
Let goed op de informatie in de meegeleverde handleiding van de
frequentieomvormer. Gebruik uitsluitend een afgeschermde motorkabel.
Voor onderhoud moeten de volgende maatregelen worden getroffen:
•
Controleer de elektrische motoren op vuil, beschadiging, corrosie en stevig
aangedraaide bevestigingen.
•
Controleer de elektrische motoren op geluid van de lagers en laat de lagers indien
noodzakelijk door gespecialiseerd personeel vervangen.
•
Controleer de waaier (met name gelaste naden) op scheuren en laat de waaier
indien noodzakelijk door gespecialiseerd personeel vervangen.
starten in op 58% van de nominale stroom
FläktGroup DC-2009-0096-NL R11-10-2020 • Onder voorbehoud van wijzigingen
®
CAIRplus