Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
5.1.1 Installatielocatie
Afb. 5-2:
Hoogtecompensatie bij sproeibevochtiger
5.1.2 Minimale vrije ruimten
Afb. 5-3:
Minimale vrije ruimte
24
De unit moet worden geïnstalleerd op een locatie die voldoet aan de
volgende vereisten:
– De ondergrond moet waterpas en stabiel zijn.
– De maximale afschuining van de ondergrond mag in iedere richting niet meer dan
4 mm per meter zijn.
– Zorg er bij units met een condensafvoer voor dat de hoogte van de ondergrond ten
minste overeenkomt met de vereiste sifonhoogte (zie sifon).
•
Zorg dat lekkende media de installatielocatie en de omgeving niet
kunnen beschadigen.
Afb. 5-1:
Installatielocatie
•
•
•
Maak bij installatie van een sproeibevochtiger gebruik
van een opstand of voetje overeenkomend met de
bakhoogte om horizontale uitlijning met overige
onderdelen te garanderen.
Houd aan de bedieningszijde een vrije ruimte van ten minste
één unit aan om ventilatoren, warmtewisselaars,
druppelafscheiders enz. te kunnen verwijderen en
onderhoud en inspectie mogelijk te maken.
Houd een vrije ruimte van ten minste 600 mm aan tussen de
achterzijde van de unit en de wand als de unitconfiguratie
niet voorziet in interne aansluitingen.
FläktGroup DC-2009-0096-NL R11-10-2020 • Onder voorbehoud van wijzigingen
®
CAIRplus
Advertenties
Inhoudsopgave
